16 DECEMBER 1953
417
de gebruikers van het Slachthuis en de directeur van dit bedrijf.
Hierop wordt de begroting voor het Openbaar Slachthuis over
eenkomstig het voorstel vastgesteld.
Hypotheekbank.
De heer COSIJN heeft tot zijn genoegen kunnen constateren, dat
de burgerij zeer is ingenomen met de nieuwe hypotheekregeling.
De begroting voor de Hypotheekbank wordt overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Dienst van Openbare Werken.
De heer VAN BIJNEN is uit het antwoord van Burgemeester en
Wethouders gebleken, dat ondanks de steun aan sprekers voorstel
in 1952 van verschillende fracties, B. en W. nog steeds niet bekeerd
zijn en nog maar volhouden, dat badgeysertjes voor gebruikers in de
gemeente meer economisch zijn dan openbare badhuizen. B. en W.
vergeten echter, dat in een groot aantal woningen geen badgeyser
tjes zijn en dat Breda slechts 1 badhuis heeft. Ook spr. zou niets
liever wensen dan dat ieder burger aan een bad of douche kon
worden geholpen. Het zal echter voorshands niet mogelijk zijn bad
geysertjes in alle woningen aan te brengen, daar voor de meeste
inwoners deze betrekkelijke luxe niet te betalen zal zijn en in de
reeds voor de oorlog gebouwde woningen slechts met grote kosten
van aanleg en leiding de geysertjes kunnen worden aangebracht.
Zelfs al zouden van nu af in alle nieuw te bouwen woningen niet
alleen de mogelijkheden worden geschapen om een geysertje met
badcel aan te leggen doch ook de geysertjes zelf worden aange
bracht, dan zouden nog badhuizen nodig zijn voor degenen, die nooit
tot aanschaffing of huur van een badgeyser zullen of kunnen over
gaan.
Naar sprekers mening mag daarom het bouwen van badhuizen
niet worden nagelaten, omdat openbare badhuizen met exploitatie
tekorten werken, daar men deze inrichtingen zeker niet mag be
oordelen naar maatstaven, die door het particuliere bedrijfsleven
moeten worden aangelegd, doch zeker moeten worden gezien als in
richtingen, welke worden in het leven geroepen en gehouden in het
belang van de volksgezondheid.
Spreker heeft dit onderwerp van zorg reeds bij de begroting van
1953 aangeroerd echter zonder succes. Momenteel zijn de voorwaar
den voor het bouwen van openbare gebouwen weer gunstig, zodat
hij thans opnieuw met klem aandringt op het bouwen van meerdere
openbare badhuizen. Hij acht het een schande voor een stad als
Breda, dat er zegge één openbaar badhuis is op een bevolking van
95.000 inwoners. B. en W. zijn van mening, dat badgeysertjes eco
nomischer zijn dan een openbaar badhuis. Dit wordt opnieuw gepo
neerd zonder enig bewijs. Al zou spreker het tegendeel niet kunnen
aantonen met cijfers, toch is hij een andere mening toegedaan. Ver
moedelijk is het voor de gemeente wel voordelig, doch naar sprekers
mening zeker niet voor alle bewoners en gebruikers gezamenlijk.
Bij de beoordeling van de kosten van een badgeyser dient men
niet alleen te letten op de huur van een geyser en op de kosten van
gas- en' waterverbruik, doch ook op de kosten van aanleg en badcel,
welke in de huurprijs zijn verdisconteerd en door de huurder blijvend
moeten worden betaald, in tegenstelling tot de stichtingskosten van
een openbaar badhuis, welke na verloop van jaren afgeschreven
zijn.