418 16 DECEMBER 1953 Sprekers conclusie is, dat de gemeente moet bevorderen, dat be woners, die geen gasgeysertjes of een andere badgelegenheid in huis hebben, toch in de gelegenheid worden gesteld zo dikwijls als nodig een bad te kunnen nemen in openbare badhuizen, zelfs al zouden deze inrichtingen niet rendabel blijken. Dit zijn instellingen van algemeen belang, die ten laste van de gehele bevolking mogen komen, zij het dan dat, zoals in alle open bare diensten, de nodige zuinigheid dient te worden betracht. Bij de behandeling van de begroting van 1953 had de Raad zeker de indruk, dat hieraan iets zou worden gedaan. Het is misschien teleurstellend dat pas op 7 October 1953, even voordat de begroting 1954 werd aangeboden, enige mededeling over dit onderwerp aan de Raad werd gedaan. Deze mededeling was op zich zelf al teleurstellend, maar erger is, dat een jaar geleden beloofd is een onderzoek in te stellen, terwijl eerst nu het resultaat van dit onderzoek wordt medegedeeld. De Raad is er van overtuigd, dat vele belangrijke zaken de aandacht van B. en W. hebben gevergd, doch spreker meent er op te moeten wijzen, dat ook badhuizen belangrijk zijn, als een stad maar één badhuis heeft. Wethouder VAN HOUTEN wijst er op, dat de gemeente grote bedragen heeft besteed om in de nieuwbouwwoningen een badcel aan te brengen. Van de 2200 woningen, die de gemeente sinds de oorlog gebouwd heeft, zijn er echter nog geen 200, waarin een geyser is aangebracht. Nog onlangs is in de gemeente Roosendaal besloten om geysers van gemeentewege beschikbaar te stellen te gen een verlaagde huurprijs. Breda is de enige grote gemeente, waar zulks niet mogelijk blijkt. Indien de heer Van Bijnen stelt, dat het Breda onwaardig is, dat er nog geen nieuw badhuis is bijgebouwd, dan meent spreker te mogen zeggen dat het evenzeer deze gemeente onwaardig is, dat de grote investeringen in de nieuwe woningen onbenut moeten blijven. Het is duidelijk gebleken, dat het particu lier initiatief niet kan verwezenlijken, wat destijds is voorgespie geld. De betrokken stichting heeft b.v. de Fasto-geyser vervangen door een goedkoper Junkerapparaat, maar is dezelfde huurprijs blij ven vragen. Uit eigen beweging zou spreker niet op deze kwestie zijn teruggekomen. Badhuizen zijn steeds onrendabel. Indien het gezin op geregelde tijden naar het badhuis gaat zijn de kosten heel wat hoger, dan wanneer het thuis een geyser heeft. Spreker blijft van mening dat de gemeente woningen zou moeten afleveren, welke van een complete warmwaterinstallatie voorzien zijn. De heer VAN BEIJNEN zegt niet in discussie te willen treden omtrent de oude kwestie van de badgeysers. Hij moge erop wijzen, dat in de meeste huizen geen geyser kan worden aangebracht. Een nieuw openbaar badhuis zal dus steeds nodig zijn. De VOORZITTER zegt, dat deze gehele aangelegenheid in het college van Burgemeester en Wethouders besproken zal worden. De heer TOXOPEUS vraagt of voorkomen kan worden, dat de zelfde straten herhaalde malen achtereen voor telkens verschillende doeleinden worden opengebroken. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat zulks niet altijd te voorko men is. Tussen de verschillende diensten wordt steeds intensief overleg gepleegd om een meermalen openbreken van dezelfde straat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 418