17 DECEMBER 1953
423
De heer JONGBLOED zegt, dat uit dit hoofdstuk moeilijk valt
op te maken wat nu eindelijk het financiële resultaat van vroegere
diensten is. Hij is Burgemeester en Wethouders erkentelijk, dat zij
er voor gezorgd hebben, dat thans in de Leeskamer steeds een bij
gewerkt exemplaar der begroting van het lopende dienstjaar ter
inzage ligt voor de raadsleden. Toch is dit nog niet voldoende. Hij
wijst daarom nog eens op de wenselijkheid van een financiële com
missie. Burgemeester en Wethouders voelen daar niet voor, omdat de
werkwijze dan te omslachtig wordt, omdat alle zaken, waar een fi
nanciële kant aan zit, dan eerst naar deze commissie moeten. Dit is
echter niet de bedoeling. Het lijkt spreker het beste, dat de sub
sidiecommissie dit werk gaat doen. Niettemin wil spreker het on
derwerp laten rusten, als Burgemeester en Wethouders de toezeg
ging doen naar de werking van zulk een commissie in andere ge
meenten te informeren. Spreker voelt niet voor naapen, maar wel
voor leren. Als de financiële commissie moet worden gezien als een
commissie van bijstand, dan ligt het initiatief bij Burgemeester en
Wethouders. Dat de begroting 1953 nog niet is goedgekeurd is wel
vervelend. Het is best mogelijk, dat deze nog gewijzigd moet worden
om ze goedgekeurd te krijgen. Dit ligt niet aan de Raad of Burge
meester en Wethouders. Er is nu eenmaal niets aan te doen, maar
het maakt de beoordeling van de positie wel moeilijk. Tilburg heeft
7V2 millioen gereserveerd voor tunnel of hoogspoor. Eindhoven heeft
nog belangrijke bedragen gereserveerd voor nieuwbouwwerken.
Misschien is onze positie toch niet zo ongunstig. Toch moeten we
een zuinig beheer voeren. Spreker heeft alle hoop, dat de regering-
inziet, dat Breda een te lage uitkering per inwoner krijgt. Hij wenst
Burgemeester en Wethouders veel succes.
Wethouder MEIJS wil wel de toezegging doen, dat bij andere ge
meenten geïnformeerd zal worden naar de samenstelling en taak
van eventuele financiële commissies. Hij zal de raad te zijner tijd
inlichten.
Hierna wordt hoofdstuk I aangenomen.
De VOORZITTER stelt hoofdstuk II aan de orde.
De heer VAN BOXTEL zegt:
Klaarblijkelijk hebben Burgemeester en Wethouders de suggestie,
om met klem aan te dringen op herziening van de classificatie van
onze gemeente, niet geheel naar de bedoeling opgevat.
Het is de bedoeling van meerdere K.V.P.-raadsleden om bij de
overheid te bewerkstelligen, dat eindelijk de voor Breda smadelijke
en schadelijke indeling in de lie klasse voor het overheidspersoneel
en Ille klasse voor degenen, die onder een C.A.O. vallen of noodwet-
rentetrekkers zijn, wordt gewijzigd in Ie respectievelijk He klasse
of een voor de C.A.O. met de Ie klasse overeenkomende indeling.
Wij kunnen ons voorstellen, dat het overheidspersoneel en het ge-
meentepersoneel tevreden, alhoewel niet bevredigd is met de miti
gatie van 1%.
Uw voornemens ten aanzien van het verkrijgen van dispensaties
voor het gemeentepersoneel en de onderwijzers kunnen onze goed
keuring wegdragen. Wij wijzen er U echter op, dat deze dispensaties
geen enkel voordeel opleveren voor het overheids- en semi-overheids-
personeel en dat noch de mitigatie, noch de dispensatie enig soulaas
geeft aan de arbeiders vallende onder de C.A.O. of de noodwet-ren-