424
17 DECEMBER 1953
tetrekkers en dat de mitigatie zowel als de dispensatie geen prin
cipiële wijziging in het classificatiesysteem betekenen.
Alhoewel, vanzelfsprekend, zoals U in Uw antwoord opmerkt, de
indelingen volgens de C.A.O. en in de noodwet ouderdomsvoorziening
niet direct te koppelen zijn aan de wijziging in de klasse-indeling
volgens het B.B.R.A., zijn wij toch van mening dat, zodra de door
Burgemeester en Wethouders bij de Rijksoverheid te ondernemen
stappen voor het overheids- en gemeentepersoneel succes mogen
boeken, het college van Rijksbemiddelaars in overleg met het be
drijfsleven onmiddellijk de klasse-indeling voor de C.A.O.'s zal wij
zigen, waaraan wel gekoppeld zit de indeling voor de noodwet
ouderdomsvoorziening.
Wij kunnen niet inzien, waarom Breda reeds jarenlang als een
lie klas stad moet worden beschouwd.
Al zullen wij gaarne Uw pogen om dispensatie te verkrijgen voor
het gemeentepersoneel en de onderwijzers steunen, wij blijven toch
met klem aandringen op onderhandelingen met de Rijksoverheid om
Breda gereclassificeerd te krijgen, zulks omdat dit in het belang
van de gehele stad is.
De heer WEZENBEEK merkt naar aanleiding van post 108 op,
dat het prettig aandoet, dat de studiegeest onder de ambtenaren en
werklieden van de gemeente zo groot is.
Wethouder ROMSOM antwoordt, dat er over de classificatie van
de gemeente weinig meer te zeggen is. Burgemeester en Wethou
ders zullen trachten zoveel mogelijk gedaan te krijgen voor het ge
meentepersoneel. Allicht dat daardoor ook anderen er van profite
ren.
De opmerking van de heer Wezenbeek doet hem genoegen. De
studietoelage is zowel in het belang van de ambtenaren als van
de gemeente.
Hierna wordt hoofdstuk II zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
De VOORZITTER stelt hoofdstuk III aan de orde.
De heer BRINKERHOF wenst Burgemeester en Wethouders nog
eens te wijzen op de wenselijkheid van de witte streep op de Wil-
helminasingel. Het ontbreken van deze streep is gevaarlijk voor de
wielrijders. Spreker verwijst naar het „Torentje" dat een dezer da
gen hierover in de Bredase Courant is verschenen. De argumenten
van Burgemeester en Wethouders acht hij onaannemelijk. Spreker
vraagt Burgemeester en Wethouders om bij de directeur van Open
bare Werken aan te dringen op het aanbrengen van de streep. Het
aanbrengen van een waarschuwingsbord bij de oversteekplaats bij
het Diaconessenhuis acht spreker eveneens van belang. Het politie
toezicht in de buitenwijken laat te wensen over, hoewel spreker
overigens veel lof heeft voor het politiekorps, tenminste voor de
binnenstad. Spreker acht de indeling en de werkschema's van het
korps voor verbetering vatbaar, waardoor tevens de vernielzucht
en baldadigheid van de jeugd beperkt zou worden. Als voorbeeld
neemt spreker de toestand in de Dillenburgstraat, vooral wanneer
daar in de buurt drie scholen tegelijk uitgaan.
De hogere cijfers en dodelijke ongevallen zijn voor spreker aan
leiding om te vragen, of het mogelijk is de maximum snelheid te