442 17 DECEMBER 1953 De VOORZITTER vraagt de heer Klompers het betreffende geval voor te leggen, opdat het kan worden onderzocht. De heer JONGBLOED vraagt aan de Voorzitter de notulen van de vergadering van Maart 1951 te raadplegen, in welke vergade ring de voorzitter van de Stichting „Breda Oranjestad 1952" een uiteenzetting gaf. De VOORZITTER zegt, dat de voorzitter van de stichting geen lid van het College van Burgemeester en Wethouders is. De heer RATTINK merkt op, dat het college van Burgemeester en Wethouders na de uiteenzetting van de voorzitter van de stich ting geen bemerkingen heeft gemaakt. De hoofdstukken XII Kasvoorzieningen. XIII 1 Inkomsten en uitgaven niet vallende on der vorige hoofdstukken 2 Onvoorziene uitgaven XIV Verrekeningen/geldlening geven geen aanleiding tot opmerkingen. De behandeling van de gemeentebegroting 1954 is hier mede afgedaan, zodat deze is aangenomen en vastgesteld. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststellen van de 1ste begrotingswijziging van het dienstjaar 1954. De VOORZITTER deelt mede, dat de Subsidie-commissie accoord gaat met het onder volgnummer 140 geraamde subsidie ad 1000, voor Steun Wettig Gezag. Dat volgnummer 206A zijnde het subsidie voor de schooltandverzorging begrotingstechnisch met/ 4.000,kan worden verhoogd, doch dat over de juiste grootte van het subsidie nog nader overleg zal worden gepleegd met de subsidiecommissie en dat genoemde commissie met de verlaging van het subsidie aan de stichting „Maatschappelijke Activiteit", geraamd onder volgnum mer 754A, accoord gaat. De heer VERMEULEN zegt, dat het subsidie voor de schooltand verzorging in de Subsidiecommissie is besproken. Dat deze commis sie met een subsidie van 5000,accoord gaat en dat over de resterende 4.500,-zal worden beslist, nadat meer gegevens over de activiteit van de instelling zijn ingekomen. Zonder verdere beraadslagingen wordt dit voorstel aan genomen. Vervolgens stelt de VOORZITTER de vaststelling van de vergoe dingen ingevolge artikel 55bis der l.o.-wet 1920 voor 1954 aan de orde. Hij deelt mede, dat in de cijfers in het ontwerp-besluit, hetwelk bij de begroting is gevoegd, de navolgende wijzigingen dienen te worden aangebracht: Het bedrag voor bijzonder u.l.o. wordt ge wijzigd van 42,50 in 46,en het bedrag voor bijzonder u.l.o. voor ingebruik genomen lokalen (artikel 101, 3e lid der l.o.-wet 1920) wordt gewijzigd van 37,50 in 41,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 442