Notulen van de besloten vergadering van de
Raad der gemeente Bredagehouden op 11 Febru
ari 1953.
1Bespreking over de voordracht van Burgemeester en Wethouders tot benoeming van
een onderwijzer aan de openbare lagere school Middellaan (Bijlagen 1993»nr.47
De heer JONGBLOED heeft de indruk, dat achter deze voordracht een eigenaardige ge
schiedenis schuil gaat. Een candidaat is beslist goed te noemen. Aanvankelijk kwamen
slechts twee candidaten in aanmerking; eerst naderhand is de derde ook op de voor
dracht geplaatst.
Wethouder KEIJS zegt, dat deze geschiedenisvoor wie haar kent, niets eigen/faardigs
heeft. Als de sollicitaties binnen zijn, gaan deze naar de Inspecteur van het Lager
Onderwijs, die over zeer uitgebreide inlichtingen beschikt. Ook het Hoofd van de
school stelt een voorlopige lijst op. Dat oorspronkelijk één candidaat niet óp de
voordracht werd geplaatst, werd veroorzaakt door een bepaalde informatie over deze
overigens geschikte candiaat. Nadere inlichtingen wezen uit, dat die informatie echter
niet een dergelijke gevolgtrekking rechtvaardigde.
De heer JONGBLOED blijft het vreemd vinden, dat deze derde candidaat niet bij het
hoofd van de school is geweest, zodat deze hem niet kent. Spreker zou het niet juist
vinden, wanneer ook ambtenaren van de gemeente een rol zouden spelen in het opstel
len van de voordracht. Wat is de mening van de Inspecteur over deze candidaat
Wethouder MEIJS antwoordt, dat de Inspecteur zich bij het nader overleg met de voor
dracht heeft verenigd. In het toneelspel van een benoeming spelen de ambtenaren uit
sluitend een figurantenrol.
De mening van het hoofd van de schóól is bekend: reeds bij een vroegere gelegenheid
heeft deze aan spreker gezegd, dat hij de heer Veldkamp een geschikte leerkracht
voor deze school vond.
2. Bespreking over het voorstel tot benoeming van een schoolarts.(Bijlagen 1953»nr»82).
Wethouder VAN HAPEREN deelt mede, dat Mej. Strijbos door ziekte verhinderd is geweest
zich bij raadsleden te presenteren.
De heer VERHAAK bevestigt// dit. Mej. Strijbos heeft hem nog opgebeld om haar spijt
hierover -uit te drukken. 2Lj hoopt, dat dit geen invloed zal hebben bij de benoeming.
De heer ÏOXOPEUS merkt op, dat ^ej.Groot bij hem een goede indruk heeft gemaakt.Het
is hem overigens niet duidelijk^hoe de schifting van de sollicitanten tot stand is
gekomen. Hierover is in de stukken niets gebleken. Hij meent, dat de te benoemen
persoon niet zo zeer wetenschappelijk aangelegd behoeft te zijn: het gaat niet om
research-werk, maar wel hierom: kan de betrokkene met kinderen omgaan. Blijkens de
stukken moet de eerste candidate een spitse juffrouw zijn, met een beetje lastig
karakter. De tweede candidate heeft daarentegen bij haar sollicitatiebezoek een
andere indruk gemaakt.
Wethouder VAN HAPEREN antwoordt, dat dit voorstel zeer verantwoord is gedaan. Over
de gegadigden zijn door spreker, samen met de Directeur van de Geneeskundige Dienst
uitvoerige inlichtingen ingewonnen. Omdat de meeste van hen kort geleden elders hadden
gesolliciteerd zijn van de Directeur van die andere dienst vertrouwelijk mondelinge
maar uitvoerige inlichtingenontvangen, welke aan de eigen informaties zijn getoetst.