Nadat spreker en de Directeur van de Geneeskundige Dienst tot de conclusie
waren gekomen, dat Mej. Strijbos als eerste op de voordracht moet worden
geplaatst, is deze kwestie met de Burgemeester besproken, omdat deze solli
citante uit Weert kwam. Ook diens inlichtingen waren goed.
De VOORZITTER merkt op, dat de persoon v&n elke candidaat wel zijn goede en
minder goede kanten heeft. Toch kan Mej. Strijbos met een gerust gemoed wor
den aanbevolen. Van belang hierbij is nog, dat zij een grotere technische er
varing heeft op het gebied van doorlichting, hetgeen voor de schoolartsendienst
van belang is.
3. Bespreking van het voorstel tot verkoop van het pand Catharinastraat 13a,
b, en c (Bijlagen 1 Sb3»nr.91
VJethouder MEIJS zegt, dat het bij de openbare behandeling moeilijk was dieper
op deze aangelegenheid in te gaan. Met het Rijk was oorspronkelijk al over
eenstemming bereikt. Toen echter intussen een hoger bod bij het gemeentebestuur
werd ontvangen, is nader overleg met het Rijk gepleegd, dat toen bereid werd
gevonden een gelijke prijs te bieden. Het zou echter geen fair spel geweest
zijn daarna de onderhandelingen nog verder voort te zetten.
De heren JONGBLOED en T0X0PSU5 begrijpen deze houding ten opzicnte van de
andere inschrijvers niet.
De VOORZITTER wijst er op, dat het hier een rijksdienst betrof, waarbij vele
inwoners der gemeente ten zeerste betrokken zijn. Het huidige gebouw van deze
dienst is beslist onvoldoende. Het was redelijk, dat de gemeente deze dienst
welwillend tegemoet trad bij het zoeken naar een betere behuizing.
Op verzoek van de VOORZITTER releveert de SECRETARIS het feitelijk verloop der
onderhandelingen.
Aanvankelijk was met een ambtenaar van de Rijksgebouwendienst overeenstemming
bereikt over een prijs van 75.000.-, welke som in verband met de getaxeerde
waarde voor de gemeente acceptabel was. Toen is echter vanwege de gemeente een
beslissingstermijn van 14 dagen geëist en omdat het gemeentebestuur het niet
verantwoord meenób net risico van nog langer leeg staan te moeten nemen, werd
tegelijkertijd een koopadvertentie geplaatst. Daags na het verstrijken van
genoemde termijn werd bericht ontvangen, dat het Rijk ten behoeve van het
Arbeidsbureau dit pand aankocht. De afspraak hierbovengcnoemd was daarmee
vervallen en aangezien inmiddels op de advertentie een hogere aanbieding was
binnengekomen is met het Rijk toen opnieuw onderhandeld over de koopsom, wat
te gereder mogelijk leek, omdat de hogere bieder uit andereihoofde voor dit
pand niet acceptabel was.
De heer BRINKERHOF informeert, of ae particuliere gegadigden in dit pand een
nieuwe onderneming wilden vestigen, hetgeen invloed kon hebben op de werkge
legenheid.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat de hoogste inschrijver in dit perceel een ex
peditiebedrijf had willen vestigen. In verband met de verkeerssituatie zou dit
wel ernstige bezwaren met zich gebracht hebben.
4. ^ift voor het Rampenfonds.
De heer JONGBLOED wenst nog terug te komen op de bespreking over deze aange
legenheid in de voorafgaande geheime vergadering. Het is duidelijk, dat uit
de gewone middelen van de gemeente geen bedrag beschikbaar kan worden gesteld,