Spreker vraagt zich verder af, of door de gedachte constructie de gelden inderdaad buiten het begrotingstekort zullen blijven. Hij meent, dat de inkomst toch wel in de gewone begroting zal dienen te worden op genomen. Hij is van oordeel, dat de opzet van net college onjuist is. De heer KAMPHUIS meent, dat de gemeentenaren bij deze gang van zaken reent hebben op kennis van zaken en wil terzake een openbare vergadering. De heer DRION zegt, dat de feesten geleid zijn door een recntspersoonlijk- heid bezittend lichaam met eigen middelen. De gemeente xxeeft deze stich ting een garantie-crediet verstrekt, onder voorwaardedat bij een even tueel batig saldo, de gemeente een woordje mee zou spreken. Spreker meent dat het niet in de bedoeling lag dat het geld aan de gemeente zou komen, maar dat het alleen was om er op toe te zien, dat aan de gelden een bestem ming zou v/orden gegeven, die de instemming van de raad zou nebben. Dat de raad over de gelden zou beschikken wil, volgens spreker niet zeggen dat de raad het eigendomsrecht heeft over de gelden. Iets ten bate van de gemeente is nog geen eigendom van de gemeente, "preker kan zich met de bedoelingen van Burgemeester en Wethouders wel verenigen. De heer VAN KAMPEN gelooft niet, dat Burgemeester en Wethouaers geen res pect voor de raad zouden hebben. Dit is in net verleden ook nooit gebleken. De raad is wel niet geraadpleegd, maar spreker heeft het vertrouwen, dat de bestemming van de gelden wel zo zal zijn, dat een en ander de gemeente ten goede zal komen. De VOORZITTER betreurt het,geluiden vernomen te hebben,die er als het ware op vrij;-;en,dat het college van Burgemeester en Wethouders niet te goeder trouw gehandeld zou hebben. Juridisch is de stichting een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam met een eigen stichtingsbrief. Dit lichaam kan volkomen autonoom handelen en aan het batig saldo een bepaalde bestemming geven. Over een contract van de raad met de stichting is nooit gesproken, terwijl evenmin Burgemeester en 'Wethouders ten onrechte een contract ge wijzigd zouden hebben. In de stichtingsbrief is een constructie opgenomen die bepaalt, dat aan het eventuele batig saldo een bestemming zal worden gegeven na overleg met burgemeester en Wetnouders. Het is nu een open vraag of het juister geweest zou zijn om een en ander aan de raad over te laten. De Stichting is een autonome rechtspersoon met geld. Wordt het geld zonder meer aan de gemeente overgedragen dan komt net in de gemeentekas, wordt in de gemeenterekening verantwoord en komt zodoende terecht in de al eerder ter sprake gebrachte "put" Het enige beleid van Burgemeester en Wethouders is geweest, zich niet te verzetten tegen de politiek van het stichtingsbestuur. Spreker verklaart nog uitdrukkelijk dat Burgemeester en Wethouders terzake geen enkel geheim voor de raad hebben. Met het geld kan nog alles gebeuren. Het heeft spreker genoegen gedaan gehoord te nebben, dat Burgemeester en Wethouders zeker niet aan het respect in de raad te kort hebben gedaan. Het gaat erom, dat het geld een bestemming krijgt die voor de gemeente een zo nuttig mogelijk rendement geefti.Spreker gelooft dat het niet in het belang van de gemeente zal zijn als de gelden in de gemeentekas zullen komen. Burgemeester en Wethouders hebben de raad niet willen passeren. De Stichting heeft rechtshandelingen verricht. Het ollege van Burgemeester en Wethouders niet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 448