Notulen
van de besloten raadsvergadering
van 16 September 1955»
De heer VERMEULEN zegt dat de in de openbare raadsvergadering van heden
door de heer Kramers gestelde vraag tot aanhouding van de benoeming van een
nieuwe rector voor het gemeentelijk gymnasium hem zeer heeft verwonderd. De
voordracht is door het College van Curatoren, geheel in overeenstemming met
de Inspecteur voor de Gymnasia opgemaakt. In zaken als deze moet de raad zich
toch wel geheel laten leiden door de deskundigheid van de Inspecteur en het
Curatorium.
Bij de benoeming van de vorige rector was er een soortgelijke situatie,
"'preker vindt er geen enkele aanleiding voor om op het verzoek van de
heer Kramers in te gaan.
De heer TOXOPEUS vindt het verzoek van de heer Kramers helemaal niet gemoti
veerd. De onderhavige zaak is zeer goed voorbereid. Spreker acht het voor het
gymnasium zeer bezwaarlijk indien daar langer dan absoluut noodzakelijk is
geen rector zal zijn. Daarom is hij tegen het uitstellen van de benoeming.
Het zal volgens spreker het college van Burgemeester en Wethouders wel bekend
zijn dat de persoon van de con-rectri)c$ wel enige moeilijkheden heeft opge
leverd. Ook zijn er tussen deze persoon en het college van curatoren strub
belingen geweest. Het is derhalve volgens spreker in het belang van het gym
nasium, dat er zo spoedig mogelijk een nieuwe rector wordt benoemd. Hij zal
zich derhalve blijven verzetten tegen aanhouding van het voorstel.
De VOORZITTER deelt de raad uitdrukkelijk mede, dat de raadsleden over het
gesprokene in een besloten zitting geheimhouding is opgelegd.
De heer KRAKERS heeft de indruk dat aanhouding van het voorstel niet zo be
zwaarlijk zal zijn. Gezien de opzegtermijn welke de benoemde in acht zal heb
ben te nemen, zal deze zeer waarschijnlijk toch niet vóór de a.s. Kerstvacan-
tie in functie kunnen treden.
De heer JONGBLOED heeft van de heer kramers nog geen degelijke motivering
voor aanhouding van het voorstel gehoord. De zaak is normaal verlopen en de
Inspecteur voor de Gymnasia gaat geheel met aevoordracht accoord.
De heer VAN BOXTEL vindt het, gehoord de discussies, zeer zeker wenselijk om
de benoeming aan te houden. Hij staat als nieuw raadslid gheel "maagdelijk"
tegenover deze zaak. Hij wil gaarne gelegenheid krijgen om zich nader te in
formeren.
De heer SONDERMEIJER zegt dat de heer Vermeulen en de heer Toxopeus als "oude"
raadsleden, terdege van de zaak op de hoogt e zijn. Als jong raadslid wil hij
zich gaarne nader oriënteren.
De heer BREKELMANS wil, evenals de heer Jongbloed, gaarne vernemen, waarom men
dit agendapunt eigenlijk wil aanhouden.
De heer KRAMERS zegt dat indertijd de voordracht was: 1. Broos, 2 Sluyter en
5. De Jonge. De heer Sluyter stond toen boven de heer De Jonge. Nu blijkt de
heer Sluyter, die ook gesolliciteerd heeft, helemaal niet op de voordracht
te staan. Dit bevreemdt spreker ten zeerste. Hij wil zich terzake nader in
formeren.
