De heer VERMEULEN merkt op, dat de voordracht als zodanig door het college van Burgemeester en Wethouders niet i s verdedigd. Spreker vraagt zich af wat het nader beraad eigenlijk moet betreffen; er zijn geen nieuwe gezichtspunten. Alles is grondig door deskundigen bekeken en de beste man is als nr.1 op de voordracht geplaatst. Spreker meent dat men rustig kan aannemen wat de heer Toxopeus heeft gesteld. De heer JONGBLOED zegt dat men in het belang van het gymnasium de zaak niet langer moet traineren. Tegen de voorgedragenen is geen enkel bezwaar inge bracht. Het gaat alleen om de vraag waarom Dr Sluyter niet op de voordracht staat. De vorige keer heeft men de moeilijkheid minnelijk opgelost. Spreker hoopt dat ook nu de verhouding tussen de fracties goed zal blijven. Wethouder STUBENROUCH zegt dat men van hem geen uitgebreid debat moet verwach ten. Het in tweede instantie gesprokene heeft zijn mening nog gestaafd. Dat men destijds persé Mejuffrouw Moens als conrectrix moest nemen, omdat zij de enige classicus was, is volgens spreker niet juist. Een rector moet wel een classicus zijn, doch voor de functie van conrector is dit niet beslist nood zakelijk. Het gaat hier om de benoeming van een top-functionaris. Mogelijk kan door aan houding van het voorstel in deze aangelegenheid meer eenstemmigheid gebracht worden. Spreker verklaart dat hij zich daarom tegen aanhouding van de benoeming niet zal verzetten. Wethouder MEIJS merkt op, dat het onderhavig voorstel van het vorige college van Burgemeester en Wethouders is. Dit voorstel is doorgegeven zoals het van het College van Curatoren is ontvangen. De heer KAMPHUIJS vraagt of Burgemeester en Wethouders het met de woorden van Wethouder Meijs eens zijn. De VOORZITTER deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders zich van een prae- advies in deze aangelegenheid hebben onthouden. De heer TOXOPEUS verzoekt om, indien besloten wordt om het voorstel aan te houden, dit niet langer te doen dan een maand. De heer KRAMERS zegt dat het de bedoeling is dat deze aangelegenheid op z'n laatst in de raadsvergadering van October aan de orde zal dienen te worden gesteld. Mogelijk kan er nog eerder in een extra-raadsvergadering op worden teruggekomen. Hierna wordt het voorstel van de heer Kramers om de benoeming aan te houden in stemming gebracht. De uitslag van de stemming is 17 voor en 13 tegen, zodat de benoeming van een rector voor het gymnasium wordt aangehouden. De heer BREKELMANS zegt dat hem ter ore is gekomen, dat de functie van markt meester toegekend is aan een gepensionneerd politie-agent met een pensioen van ƒ.62.- per week. Voor deze functie kwam ook iemand met veel minder pen sioen in aanmerking. Deze heeft echter de betrekking niet gekregen. De VOORZITTER merkt op, dat onderhavige aangelegenheid behoort tot het beleid van het college van Burgemeester en Wethouders. Wethouder ROMSOM zegt dat beide candidaten voor die functie getest zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 461