11 FEBRUARI 1953 51 is het college ook niet bekend, dat van andere zijde neiging bestond een hogere prijs te bieden. Men kan zeggen, dat het Rijk bij deze koop heeft gemarchandeerd; of beter nog: dat de gemeente zulks ten opzichte van het Rijk heeft gedaan. Ook is echter geprobeerd van andere zijde het uiterste bod te krijgen. De heer TOXOPEUS ziet niet weersproken de door hem verkregen inlichtingen, dat na de inschrijving, waarbij alle belanghebbenden uiteraard reeds een scherp bod deden, alleen met het Rijk verder is onderhandeld, en niet met de andere inschrijvers. Veronderstellende, dat het Rijk in eerste instantie 60.000,en een ander 70.000. heeft geboden, is het niet fair het Rijk in de gelegenheid te stellen zijn bod met 10.000.te verhogen, maar een dergelijke mogelijk heid aan de tweede inschrijver te onthouden. De VOORZITTER acht het niet mogelijk in een openbare verga dering verder op deze aangelegenheid in te gaan. Hij kan echter de verzekering geven dat Burgemeester en Wethouders naar best ver mogen en loyaal de belangen van de gemeente in deze aangele genheid hebben behartigd. De in de stukken vermelde prijs is zeer royaal en ligt aanzienlijk boven het bedrag, waarvoor dit pand door schatters is getaxeerd. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Met inachtneming van de door Wet houder Meijs voorgestelde restrictie (ontbindende verkoops- voorwaarde). Vervolgens stelt Wethouder MEIJS namens het College aan de Raad voor, het pand Ginnekenweg 275, voor de gemeente aan te kopen voor een bedrag van 50.000.terzake waarvan overeen stemming is bereikt met de eigenaar. Voorts verzoekt hij de Raad in principe te besluiten dit pand te verhuren aan de heer Burgemeester, zodat deze zich met zijn gezin metterwoon in Breda zal kunnen vestigen. De huurprijs kan worden gesteld op een bedrag van 109.per maand. Desgewenst zal de gemeente in dit pand voor haar rekening een centrale verwarming aanleggen. De huur zal dan worden ver hoogd met een bedrag van 7% der aanlegkosten, 's jaars. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. De VOORZITTER dankt, mede namens zijn echtgenote, de Raad voor de hem hierdoor geboden gelegenheid zich met zijn gezin in deze schone gemeente te kunnen vestigen. Rondvraag. De heer MINDERHOUD wijst op de moeilijkheden voor benoe ming van onderwijzend personeel aan de scholen in het Heuvel kwartier, omdat dit gedeelte van de gemeente geldt als derde klasse volgens het bezoldigingsbesluit. Reeds eerder vestigde hij de aandacht op de slechte acoustiek in de vergaderzaal. Hij verzoekt nogmaals de mogelijkheid van verbe tering te willen doen onderzoeken. De heer VERSCHUREN wijst op de slechte verlichting van het kruispunt MastboschstraatDr. BatenburglaanRijsbergseweg. Herhaaldelijk komen hier ongelukken voor. Nog onlangs is het twee-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 51