64
11 MAART 1953
2k. Rapport van de commissie, belast met het onderzoek v. d. re
kening 1951 van de Stichting „Oude Mannenhuis".
De heer KAMPHUIJS verzoekt het antwoord op de bemerkingen
die de commissie heeft gemaakt ook ter kennis van de commissie te
brengen.
De VOORZITTER zegt dit toe.
Zonder verdere beraadslaging wordt de rekening vast
gesteld.
De stukken 2' 1 tot en met 2 o en 2 q worden voor kennisgeving
aangenomen.
2 p. Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
De heer VAN SWOL vindt de oplossing met betrekking tot de
droogpalen niet erg gelukkig. Als de mensen de droogpalen betaald
hebben, trekt de dienst van Openbare Werken er zich niets meer
van aan. Hij vindt dit niet juist. Hij had het beter gevonden, dat de
prijs van de droogpalen in de huur was verdisconteerd en het on
derhoud bij de dienst van Openbare Werken zou zijn. Hij merkt
verder op, dat twee maanden geleden mensen omtrent deze aange
legenheid een briefje tot de gemeente hebben gericht en tot heden
hierover nog niets hebben gehoord.
De VOORZITTER deelt mede, dat de gegeven antwoorden geen
punt van discussie kunnen vermen. Hij zegt toe, dat rekening zal
worden gehouden met de gedane mededeling.
De heer WEZENBEEK zegt, dat hij geen antwoord heeft gekre
gen op de vraag met betrekking tot de bestemming van de
woning op het Oranjeplein.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze aangelegenheid nog in be
handeling is en de volle aandacht van Burgemeester en Wethouders
heeft.
De heer KAMP HUI JS vraagt met betrekking tot de kwestie van
de vishal of in deze zaak ook het advies van de Bredase vishande
laren is gevraagd.
De heer STUBENROUCH vraagt, naar aanleiding van een uit
nodiging die cle raadsleden ontvangen hebben voor een excursie naar
de nieuwe woningen, of er, wegens verhindering van verscheidene
leden, geen tweede excursie kan plaats vinden.
De VOORZITTER zegt de vastgestelde excursie te willen afwach
ten om te kijken of een eventuele tweede excursie nodig is.
De heer F. MOL zegt, dat het antwoord van Burgemeester en
Wethouders met betrekking tot de bestemming van de badkamer bij
woningsplitsing hem niet erg heeft bevredigd. De voorgestelde op
lossing is niet billijk. In de nieuwe woningen komen overal douche
cellen en badkamers voor, terwijl de bewoners van oude woningen,
als tot woningsplitsing wordt overgegaan, afstand moeten doen van
de badkamer. Hij vraagt of Burgemeester en Wethouders de raad
kunnen mededelen hoeveel woningen voor woningsplitsing in Breda