68
11 MAART 1953
geen eigendom zijn van de gemeente kan alleen preventief gewerkt
worden door een waarschuwing in de pers.
De heer KAMPHUIJS merkt op, dat hij al een paar maal een
dergelijke waarschuwing in de plaatselijke pers heeft gelezen.
Overeenkomstig het prae-advies wordt besloten.
9. Verhoging subsidie voor het Wit-Gele Kruis.
De heer JONGBLOED kan zich wel met het voorstel verenigen.
Hij heeft echter een bemerking- met betrekking tot het subsidie over
1952. Spreker zegt dat hij principieel bezwaren heeft tegen het be
schikbaar stellen van een subsidie voor achterstallige tekorten.
Als hij toch nog met voorstel wil meegaan is dit alleen omdat
hij de werkzaamheden van het Wit-Gele Kruis voor de gemeenschap
zo hoog aanslaat. Het tekort is ten dele veroorzaakt door de achter
stallige contributie.
De gemeente heeft 1,50 per lid betaald maar de leden die hun
contributie niet betalen zijn in feite geen lid.
Wethouder MEIJS zegt, dat de subsidie-aanvrage al maanden
binnen is. Medio 1952 is er al een verzoek geweest tot verhoging
van het subsidie. Burgemeester en Wethouders zijn toen niet met
een voorstel gekomen omdat is gewacht tot er klaarheid was om
trent het rijkssubsidie.
De achterstallige contributies berusten ten dele op het niet beta
len van de mensen en op ziekte van de bode. Al deze feiten bij elkaar
zijn er de oorzaak van dat Burgemeester en Wethouders eerst thans
met dit voorstel zijn gekomen. Een eerder voorstel zou de gemeente
meer geld gekost hebben.
De heer JONGBLOED merkt op, dat de opbrengst van de leden
34.000,bedraagt, hetgeen nog geen gemiddelde geeft van 3,
per lid. Hij begrijpt mitsdien de contributieregeling niet goed.
Wethouder MEIJS ontkent dit en zegt dat in 1948 ruim 76.000,
en in 1951 ruim 114.000,ontvangen is aan contributies van leden
en vergoeding voor kraamhulp, waarvan het bedrag voor kraamhulp
echter betrekkelijk klein is.
De heer JONGBLOED geeft toe, dat hij zich met het bedrag van
het gemeente-subsidie vergist heeft.
Spreker gaat met het voorstel aceoord, doch zonder een precedent
te willen scheppen met betrekking tot het subsidie van het achter
stallige tekort.
Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
10. Verzoek van de heer Th. W. F. M. Relik om eervol ontslag-
als rentmeester van de Stichting Oude-Mannenhuis te Breda.
11. Benoeming van een rentmeester voor de Stichting Oude-
Mannenhuis te Breda.
De heer STUBENROUCH zegt dat de raadsleden geen stukken
hebben ontvangen met betrekking tot agendapunt nr. 11, terwijl de