70 11 MAART 1953 18b. Idem voor de R.K. Jongensschool aan de Minckelersstraat (aanschaffing 24 schoolbanken). 19. Benoeming H. C. Meijer tot plaatsvervangend leraar aan het gem. gymnasium tot het einde van de cursus 1952/1953. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 20. Benoeming leraar wiskunde en lerares Engels aan het Stede lijk Gymnasium. De heer STUBENROUCH vraagt de benoeming van een leraar wiskunde aan te houden. Wethouder MEIJS geeft te kennen, dat het College van Burge meester en Wethouders hiertegen geen bezwaar heeft. Bij de gehouden stemming ter voorziening in de vacature leraar Engels worden 36 geldige stemmen uitgebracht, waarvan 34 op Mej. A. M. Scholten en 2 op Mej. J. Dekker, zodat Mej. Scholten is be noemd. 21. Algemene regeling inzake het subsidiëren van seminaria e.d. priestercolleges. De heer JONGBLOED vraagt met betrekking tot punt 3 van de voorgestelde regeling, waar de zinsnede ,,bij gebrek daarvan" pre cies op slaat. Hij meent dat over het algemeen toch de priesterstu denten staan ingeschreven in het bevolkingsregister van de ge meente waar het seminarie is gevestigd. Wethouder MEIJS verduidelijkt dat als bij de aanvang van het cursusjaar geen woonplaats kan worden aangewezen van degene die de ouderlijke macht of voogdij uitoefent, de woonplaats van de leerling geldt waar deze in het bevolkingsregister is ingeschreven. De heer JONGBLOED merkt op, dat men dan alleen in aanmerking- komt voor subsidie voor minderjarige studenten die immers de woonplaats van de ouders of voogd volgen en voor meerderjarige studenten bij het begin van het eerste cursusjaar; voor de volgende jaren krijgt men dan voor deze laatsten geen subsidie meer omdat deze staan ingeschreven in het bevolkingsregister waar het semina rie is gevestigd. Wethouder MEIJS is van oordeel dat het besluit redactie-wijziging zal behoeven. Spreker vindt ook de passage „welke ook overigens aan door Burgemeester en Wethouders te stellen eisen voldoen" overbodig. Hij wil het voorstel aanhouden om alle bepalingen van het besluit nog eens door te lopen en de redactie in ieder geval zo te stellen, dat ook nog na het eerste jaar subsidie wordt genoten. De VOORZITTER deelt hierop mede, dat het voorstel tot de vol gende vergadering zal worden aangehouden. 22. Urgentieverklaring als bedeeld in art. 25, lid 2 der N.O. wet ten behoeve van de Vereniging tot bevordering van het slagersvak onderwijs te Utrecht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 70