92
15 APRIL 1953
Burgemeester en Wethouders het wel wijs dit voorstel thans terug
te nemen, hetgeen spreker dan ook namens het college doet.
13. Verbetering van de bestrating van de Bouvignelaan en 'Gai-
derseweg.
De heer VAN GISBERGEN merkt op, dat in België veel interesse
schijnt te bestaan voor oude keien, zoals deze thans bij de voor
gestelde wegverbetering vrij zullen komen. Hij heeft gehoord, dat
in de naburige gemeenten door de verkoop van oude keien een
nieuwe bestrating voor een niet onbelangrijk deel kon worden gefi
nancierd. Hij moge voor deze aangelegenheid de nodige aandacht
vragen.
Wethouder VAN HOUTEN zou het niet practisch vinden, wanneer
nu reeds besloten zou worden wat er met de vrij komende keien
moet gebeuren. Mogelijk heeft de gemeente deze zelf nodig voor
de verharding van de landwegen.
Overeenkomstig het voorstel wordt hierna besloten.
14. Crediet ten behoeve van te nemen verkeersmaatregelen.
De heer VAN KAMPEN betwiifelt, of het eenzijdig stopverbod
in de Ginnekenstraat een verbetering van de verkeerssituatie zal
geven. In verband met de aanvoer van goederen voor de winkels
zal het daardoor nodig worden, dat steeds de straat wordt over
gestoken. Hij vreest, dat het geneesmiddel nog erger zal blijken te
zijn dan de kwaal.
De heer JONGBLOED zegt, dat de verkeerscommissie zich over
de gehele verkeersregeling diepgaand heeft beraden. Aan het door
de heer Van Kampen geopperde bezwaar zal in de practijk niet te
ontkomen zijn, omdat er geen andere en betere oplossing mogelijk
is. Alle winkelpanden zullen met dit slechts eenzijdige stopverbod
gebaat zijn: want momenteel is er een algemeen verbod, en alleen
het laden en lossen van goederen voor de winkels wordt door de
politie oogluikend toegestaan. Zolang de Houtmarkt nog niet is
verbreed, zal het openstellen voor een twee-richtings verkeer in
deze straat moeilijkheden blijven opleveren. Hij meent dat minstens
door een versmalling van een der trottoirs de rijweg zou moeten
worden verbreed. Onder dit voorbehoud kan hij zich met het voorstel
verenigen.
De VOORZITTER merkt op, dat ofschoon suggesties dienaan
gaande uit de Raad uiteraard in overweging zullen worden geno
men de verkeersregeling zelve uiteindelijk behoort tot de be
voegdheid van Burgemeester en Wethouders. In de Raad is aan de
orde de verlening van de benodigde credieten.
De heer DRION heeft zich afgevraagd, waarom geen crediet is
gevraagd voor het aanbrengen van een oversteekplaats op Mark
singelWilhelminabrug. Dit zou hem niet minder nodig lijken dan
op de andere hoeken. Overigens betwijfelt hij, of een uitgave van
bijna f 4000,- (eventueel met een vierde oversteekplaats van onge
veer f 5000,-) wel gerechtvaardigd' is voor het aanbrengen van deze
oversteekplaatsen. Naar zijn mening moeten die zo veel mogelijk
beperkt blijven, omdat ze het stadsbeeld ontsieren.