100 14 APRIL 1954 onder auspiciën van de landelijke vereniging worden paarden geweerd, die hiervoor niet geschikt zijn. De totalisator is mede ingesteld voor de veredeling van de paardenfokkerij; 25°/o van de opbrengst van de to talisator wordt hiervoor bestemd. Verder moeten de banen aan eisen van lengte en accomodatie voldoen, zowel voor de paarden als voor de mensen. Het streven van de vereniging „Wolfslaer" is spreker erg sym pathiek, doch het ligt niet op de weg van de gemeente om wilde-baan- rennen middels subsidie te propageren. De suggestie van de heer Klom- pers om dan maar hulp te bieden door het egaliseren van het terrein, kan spreker niet overnemen. Als de vereniging geholpen moet worden, dan moet men het ineens ook goed doen. Het werk kan niet in het kader van de gemeentelijke sociale werkvoorzieningsregeling worden uitgevoerd, omdat dit veel te lang duurt alsmede omdat geen toestem ming hiervoor is ontvangen. Daarbij komt nog, dat van „Wolfslaer" geen goede baan is te maken. De heer KRAMERS is niet bevredigd met het antwoord van de Wet houder. De vergelijking met de voetbalsport gaat mank. De gemeente zorgt toch ook voor terreinen voor niet erkende voetbalverenigingen. Door deze soort paardensport toe te laten, kan men interesse kweken voor de paardensport; er moet gelegenheid gegeven worden om deze sport te leren kennen. Als de gemeente niiet helpt kan de vereniging niet groeien; de belangstelling voor deze sport moet worden aangemoe digd. De heer KLOMPERS kan zich eveneens niet met het antwoord van de Wethouder verenigen. De Wethouder heeft in zijn ambtsperiode ge toond dat hij vóór de sport is. Nu laat hij de Raad echter in de steek. Het betreft hier niet alleen de ruitersport; maar het is zelfs een volks feest. Spreker verzoekt met klem de vereniging te helpen door het lenen van palen, baddings en een werkman met een machine. De heer VAN BOXTEL merkt op, dat de totalisatorgedachte inder daad belangrijk is, voor zover dit een middel is om de paardenfokkerij te stimuleren. Indien de gemeente niets doet voor deze vereniging, dan zal het terrein voor de paardensport inderdaad ook nooit geschikt wor den. De heer TOXOPEUS merkt op, dat de totalisator er in Breda niet in wil. Wordt deze vereniging niet gesteund, dan komen er geen drave rijen. De paardensport in Breda moet gestimuleerd worden, hetgeen kan gebeuren door de vereniging „Wolfslaer" de helpende hand te bie den voor het houden van wilde-baan-draverijen. Wethouder STUBENROUCH zegt met betrekking tot de opmerking van de heer Kramers, dat de gemeente Breda geen voetbalvelden be schikbaar stelt aan verenigingen, die niet aangesloten zijn bij de K.N. V.B. Nu de Nederlandse draverij- en renvereniging de wilde-baan-dra verijen wil afschaffen, kan de overheid deze soort paardensport niet gaan stimuleren. Door de vereniging „Wolfslaer" niet te helpen wordt geen enkele bevolkingsgroep benadeeld; ook de bóeren-ruiters zijn aan gesloten bij de Ned. draverij- en renvereniging. Het betreft hier een groep van mensen, die door deze soort paardensport een gezellige mid dag willen hebben. Zou. het mogelijk geweest zijn Wolflaer geschikt te maken, dan was dit al lang gebeurd. Het terrein is nu eenmaal te klein. Wethouder ROMSOM is het niet met het voorstel van Burgemeester en Wethouders eens. Deze vereniging moet volgens spreker geholpen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 100