12 MEI 1954 113 niet-ingezetenen. Hij vraagt zich af of dit in overeenstemming is met de bedoeling van degenen, die destijds hebben gestemd voor verlening van deze hypothecaire credieten. Hij constateert dat het aantal niet-ingezetenen ook bij vorige gelegenheden vrij groot is. In ieder geval profiteren deze niet-ingezetenen van het bouw volume van de gemeente Breda en hij acht de tegenstelling tussen niet-ingezetenen, die geld bezitten om te kunnen bouwen en andere niet-bouwers zeer groot. Spreker kent een geval van een persoon, wonende te Roosendaal en werkende te Breda, die zonder woning- ruil geen woonruimte te Breda krijgt toegewezen. De grootste behoefte bestaat nog aan woningen met een lage huurwaarde. Spre ker vraagt het beschikbare bouwvolume zoveel mogelijk te be stemmen voor de bouw van laatstgenoemde woningen. Wethouder STUBENROUCH zegt, dat in 1953 de commissie voor de handelsavondschool tweemaal heeft vergaderd. Deze commissie komt zo dikwijls bij elkaar als nodig is, b.v. bij structuurwijzigingen van het leerplan of bij de benoeming van leerkrachten. Bovendien vinden de gewone routine-vergaderingen plaats, waarin b.v. het jaarverslag wordt vastgesteld. De bouw van het gymnastieklokaal in het Heuvelkwartier is even opgehouden. Dit lokaal was in eerste instantie bestemd voor het lager onderwijs. Nu echter in het Heuvelkwartier 12.000 mensen wonen is getracht toestemming voor de bouw van een lokaal met grotere afmetingen te verkrijgen, teneinde dit gymnastieklokaal ook voor sport buiten schoolverband te kunnen gebruiken. Vorige week is bericht van geen bezwaar voor de bouw van het grotere gymnastieklokaal ontvangen. Spreker deelt mede, dat het voorstel tot de bouw hiervan reeds volgende maand aan de Raad zal worden voorgelegd. Wethouder MEIJS antwoordt, dat het inderdaad mogelijk is, dat 4 van de 6 aanvragers bij indiening van de aanvrage nog geen ingezetenen van Breda waren. Spreker is er echter van overtuigd dat deze personen economische belangen in Breda hebben, anders waren de hypotheken zeer zeker niet verleend. De VOORZITTER wenst er aan toe te voegen, dat door hem van daag nog een weigeringsbesluit werd getekend voor iemand, die hier wenste te bouwen met de gemeentelijke hypotheekregeling, zonder dat hij in Breda economische belangen had. De heer JONGBLOED merkt op, dat het moeilijk is zich ergens te vestigen. De verhouding 4 2 van de verleende hypotheken maakte hem ongerust, omdat in de stukken niet gesproken wordt over economische belangen. Toch blijft hij de ongelijkheid voelen tussen iemand die kan bouwen en iemand die niet over de finan ciële middelen daartoe beschikt. De eerstgenoemde komt veel snel ler aan bod dan de tweede. Dit stuit spreker tegen de borst. Wethouder MEIJS merkt op, dat een ieder, die economische be langen te Breda heeft, als woningzoekende wordt ingeschreven. De heer JONGBLOED verzoekt te zijner tijd een overzicht van de verstrekte hypothecaire leningen aan de Raad ter inzage te geven. Hij blijft echter de ongelijkheid voelen. Iemand, die 1500 2000 gulden op tafel kan leggen, krijgt direct een vestigingsver gunning, de anderen niet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 113