12 MEI 1954 123 onderricht zal, indien in de school Bouwerijstraat slechts twee loka len vrij komen onder meer om 10 uur een paar klassen van de Bou werijstraat naar de Ambachtsschool moeten en omgekeerd. De alge mene leiding van de Ambachtsschool berust bij de directeur, die wel iswaar zijn bevoegdheid kan delegeren, doch de controle op de goede gang van zaken wordt door deze splitsing ten zeerste bemoeilijkt. Dit is voor spreker de reden nu een dependance nodig is, deze te centraliseren en hij is er van overtuigd, dat de Stima zich zal moe ten behelpen. Uit het oog mag echter niet worden verloren, dat dit voor de Stima slechts een noodoplossing is. De heer JONGBLOED meent, dat de gemeente de panden Cingel- straat en Schoolstraat nodig heeft en dat de bezwaren zijn onder vangen als aan Smits een ander pand kan worden aangeboden. Hij stelt voor de besluiten te nemen en Burgemeester en Wethouders te machtigen een behoorlijke regeling met de Stima te treffen. De VOORZITTER kan zich hiermede verenigen mits de Raad Burgemeester en Wethouders machtigen de aankoop van de panden Schoolstraat 16 en Cingelstraat 4 en de ruiling van Schoolstraat 16 tegen Kraanstraat 1212a en 1414a (punt 21c van de agenda) niet te doen doorgaan, indien met de Stima geen overeenstemming kan worden bereikt. Spreker wijst er op, dat er voor de aankoop van de panden Schoolstraat en Cingelstraat een fatale datum van 8 Juni a.s. is en dat er 3 huurjaren en 3 optiejaren zijn. Wethouder STUBENROUCH brengt onder de aandacht, dat het gevraagde crediet ad 5000,bestemd is voor voorzieningen ten behoeve van de Stima te treffen. Ook voor de ambachtsschool zullen enige voorzieningen in het pand Bouwerijstraat dienen te worden getroffen. Volgens een door de Directeur ingezonden begroting worden deze kosten begroot op 2000,In deze kosten zal het Rijk een bijdrage van 70 verlenen ingevolge de Nijverheidsonder wijswet, zodat uiteindelijk 600,ten laste van de gemeente blijft. Bovendien zal een gedeelte van de voorzieningen als practisch werk door de leerlingen kunnen worden aangebracht, zodat een overschrijding van het crediet van 5000,met 400,a 500, mogelijk is. De heer KRAMERS vraagt of tot verbreding van de Cingelstraat al door de Raad besloten is. Wethouder VAN HOUTEN deelt mede, dat ingevolge de K.M.A.- contracten de Kraanstraat een breedte moet hebben van 12 meter en dat het pandje gelegen naast de Synagoge verdwijnen moet in verband met verbreding van de Cingelstraat. De heer RATTINK zegt, dat de Stichting Maatschappelijke Acti viteit door de verhuis naar de Bouwerijstraat reeds een offer heeft gebracht. Bij deze verplaatsing zijn 2 partijen betrokken, zodat men een compromis had mogen verwachten waarbij door beide zijden een offer werd gebracht. Door deze oplossing bereikt geen der partijen wat men zich gedacht heeft. Hierna wordt conform het voorstel besloten. 11. Subsidieverzoek Woonwagenliefdewerk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 123