136
12 MEI 1954
aanwezig is om mede te kunnen uitrukken. Daarnaast zal men nog
de beschikking hebben over de vrijwillige brandweer.
Spreker zou het betreuren, dat de vrijwillige brandweer zou moe
ten terugtreden. Men zal evenwel rekening moeten houden met de
feitelijke gang van zaken.
De binding met het vervoerbedrijf waartoe de Raad in 1950 heeft
besloten, heeft echter bij de besprekingen van Burgemeester en
Wethouders wel medegespeeld. Bovendien heeft de Raad in 1951
de verordening bevelsverhoudingen en tevens de instructie voor de
Directeur van het Vervoerbedrijf en de Commandant van de Brand
weer vastgesteld. De bevelsverhouding heeft in het verleden geen
moeilijkheden opgeleverd en zo dit in de toekomst mocht komen
dan kan de bevelsverhouding duidelijker gesteld worden.
Door verschillende sprekers is tevens naar voren gebracht, dat
het particulier initiatief zijn kansen moet krijgen. Spreker is echter
de mening toegedaan dat het niet juist is deze stelling te allen tijde
door te voeren. Hij zou het betreuren, indien nu door het uitschrijven
van een besloten prijsvraag voor architecten de beslissing over dit
voorstel zou worden vertraagd. In de toekomst zal het uitschrijven
van een prijsvraag in overweging worden genomen.
Een spreker, zegt hij, heeft gevraagd om een brug tegenover de
Slingerweg. En ofschoon de kranten schrijven, dat deze brug de
eerste 10 jaar er niet zal komen, wenst hij tot uitdrukking te
brengen, dat Burgemeester en Wethouders er naar streven dat deze
brug in de nabije toekomst zal worden aangelegd.
Voorts zegt de Voorzitter dat het hem spijt in het openbaar te
moeten reageren op een in de pers verschenen afdruk van een
brief van het college van brandmeesters, gericht aan de gemeente
raad. Hij is zich ervan bewust, dat hier gezagsverhoudingen geraakt
worden en zegt van mening te zijn, dat de Brandmeesters bezijden
de waarheid zijn en bovendien niet kunnen beoordelen of er een
brug nabij de Slingerweg zal komen. Bovendien geeft het aantal
branden ten Oosten en ten Westen van de Tramsingel geen houvast
voor een conclusie. Het spijt spreker zeer, dat de brandmeesters
niet de hiërarchische weg hebben gevolgd door hun bezwaren via
de Commandant ter kennis van Burgemeester en Wethouders te
brengen, temeer omdat Burgemeester en Wethouders hen wel de
gelegenheid daartoe gegeven hebben.
Het bezwaar dat de Centrale Werkplaats 150 meter van de
kazerne is gelegen kan worden weerlegd omdat in de kazerne een
werkplaats voor de vaste kern is geprojecteerd, waarnaar de werk
stukken van de Centrale Werkplaats regelmatig zullen worden
overgebracht.
Tenslotte merkt spreker op, dat ook Burgemeester en Wethouders
het te investeren bedrag ad 1.000.000,zeer hoog vinden. Doch
hij is van mening, dat een gemeente als Breda een brandweer
kazerne behoort te bezitten, die aan te stellen eisen voldoet en
die zonder maken van verdere kosten in de toekomst, bij gebleken
noodzakelijkheid, uitbreiding van het brandweerapparaat mogelijk
maakt. Spreker betwijfelt het of het inrichten van een bestaand
gebouw goedkoper zal zijn.
De heer BASTIAANSEN betuigt zijn dank voor de uiteenzetting,
doch blijft zijn bezwaren handhaven, omdat het betoog van de
Voorzitter uitgaat van de gegroeide situatie. Hierin zit een zeker
organiek verband, hetwelk voor hem omtrent de plaatsbepaling
voor de kazerne geen enkele betekenis heeft.
Gaarne zou hij worden ingelicht over de reserve aan mankracht