154
16 JUNI 1954
Uit de stemming blijkt dat zijn uitgebracht 32 stemmen, waarvan 26
op de heer H. F. A. Sprangers en 6 blanco, zodat de heer H. F. A.
Sprangers is benoemd.
12. Uitbreiding leerplan vakopleiding zwakbegaafden van de Ge
meentelijke Ambachtsschool met het vak constructie-bankwerken.
Dit voorstel wordt aangenomen.
13. Adhaesie aan adres van de Raad van Roosendaal en Nispen met
betrekking tot de nieuwe Zondagswet.
De heer QUAEDVLIEG zegt, dat Burgemeester en. Wethouders van
mening zijn, dat er geen voldoende redenen zijn om adhaesie te betui
gen. Er zijn dus wel redenen, deze zijn echter niet voldoende. Over de
aard van deze redenen wordt niets gezegd. Er is dus meer sprake van
een prae-conclusie, dan van een prae-advies. Spreker is het met het
standpunt van Burgemeester en Wethouders niet eens. Door de nieuwe
Zondagswet worden conflicten opgeroepen met oeroude tradities. Spre
ker wijst op het proces-verbaal opgemaakt tegen 55 leden van het mu
ziekkorps der Oranje Nassau mijnen, tegen twee oude kerkmeesters
te Maastricht en tegen een Pastoor in Helmond. Deze Zondagswet is
verkeerd en dient zo spoedig mogelijk te verdwijnen. Daarom acht
spreker het juist om wel adhaesie te betuigen aan het adres van de
Raad van Roosendaal.
De heer MINDERHOUD zegt, dat de Protestant Christelijke groep in
de Raad Burgemeester en Wethouders zeer erkentelijk is voor het
prae-advies.
De heer JONGBLOED zegt, dat de Raad toch moeilijk op de stoel
van andere gemeentebesturen kan gaan zitten. In deze gemeente wor
den geen moeilijkheden ondervonden, zodat het prae-advies juist is.
De VOORZITTER antwoordt, dat de nieuwe Zondagswet zeker geen
onjuiste en verkeerde wet is. Wel worden in andere gemeenten be
paalde bezwaren ondervonden. In het adres van de Raad van Roosen
daal is sprake van oude en eerbiedwaardige gebruiken. Er zijn echter
oude gebruiken, welke niet eerbiedwaardig zijn en in strijd zijn met
een goede Zondagsviering. Voor het behoud van de goede oude ge
bruiken heeft de Minister bereids een wijziging der wet in het voor
uitzicht gesteld. In deze gemeente zijn nog geen moeilijkheden onder
vonden. Spreker gelooft daarom niet, dat het prae-advies van Burge
meester en Wethouders een prae-conclusie mag worden genoemd. In
de Bredase gemeenschap zijn niet voldoende redenen aanwezig om
aan het adres van Roosendaal adhaesie te betuigen.
De heer QUAEDVLIEG zegt, dat er inderdaad goede en onjuiste ge
bruiken zijn. De goede gebruiken hebben echter aanleiding gegeven
tot het opmaken van proces-verbaal. Wat er in Helmond is geschied
kan toch geen onjuist gebruik genoemd worden.
De VOORZITTER merkt op, dat te dezen aanzien door de Minister
wijzigingen in de wet zijn voorgesteld. Niemand zal zich daaraan stoten.
Voor onjuiste gebruiken is er echter geen plaats. Dauwtrappen is een
oud gebruik, de vraag is echter of het eerbiedwaardig mag worden
genoemd.