16 JUNI 1954 159 De VOORZITTER antwoordt, dat de gemeente enigszins in een dwangpositie verkeert. Er is een algemeen ruimtegebrek en voorts moet de gemeente zo spoedig mogelijk kunnen beschikken over het gebouw aan de Cingelstraat. Spreker kan niet zeggen, wanneer de school weg moet, dit kan over drie, vier of vijf jaar zijn, of eerder of later. De uitgaaf komt hem echter wel verantwoord voor. De heer JONGBLOED vraagt, of er niet een andere oplossing is. De Raad heeft voor de verbetering van het pand Catharinastraat 26a juist een crediet verleend. Kan zulk een pand niet beter worden vrijgemaakt. De gemeente koopt deze panden toch niet voor niets aan. Wethouder ROMSOM antwoordt, dat deze kwestie nog kan worden bezien. In nader overleg met het Woningnoodbureau wordt naar andere ruimte omgezien. Het is echter de vraag of dit zal lukken. De VOORZITTER brengt in het midden, dat Burgemeester en Wet houders als zij een andere oplossing kunnen vinden, deze gaarne zul len aanvaarden. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 27. Exploitatieberekening Brabantpark C. De heer BASTIAANSEN drukt er zijn voldoening over uit, dat de prijzen voor industrieterreinen zo laag mogelijk zijn gehouden. De vraag is echter of deze prijzen niet nog meer naar beneden moeten. Dat een strook van 25 m langs de wegen is aangehouden in plaats van een, bredere strook stemt tot vreugde. 28. Benoeming twee leden van het College van Regenten van het Oude-Mannenhuis. Uit de stemming blijkt dat zijn benoemd: 1. Mr J. Schellenbach met 27 stemmen voor en 6 stemmen tegen. 2. Mr Ph. I. E. van Woensel met algemene stemmen. De heer JONGBLOED vraagt nog of het wel nodig is het salaris van de Rentmeester te verhogen, zoals Burgemeester en Wethouders heb ben voorgesteld. De werkzaamheden worden immers belangrijk minder. De VOORZITTER vraagt de secretaris d'it toe te lichten. De SECRETARIS zegt dan, dat de salarissen van alle ambtenaren met ingang van 1 Januari 1954 zijn herzien. Dit dient dan ook t.o.v. het salaris van de rentmeester te geschieden. Of dit salaris nader moet worden gewijzigd zal nog worden bezien. 29. Verkoop van grond aan W. J. Bunnik. Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 30. Presentiegeld Raadsleden. De VOORZITTER zegt, dat hem gebleken is, dat er nog al veel be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 159