160 16 JUNI 1954 zwaren zijn tegen het houden van uitsluitend middagvergaderingen. Het is1 dan echter niet gemakkelijk om een presentiegeld te verkrijgen van 15,per vergadering. Burgemeester en Wethouders achten het beter om dan niet hoger te mikken dan 10,per vergadering. De heer VAN DE NOORT vraagt, of het niet mogelijk is de avond vergaderingen wat vroeger te laten beginnen b.v. om 7 uur. De VOORZITTER acht dit nog al bezwaarlijk. Hij vindt het beter de zaak zo maar te laten en hoopt, dat de avondvergaderingen uiterlijk middernacht zullen zijn afgelopen. De heer SONDERMEIJER zou gaarne de stok in het midden willen steken en er 12,50 van maken. De VOORZITTER zegt, dat er geen bezwaar is dit te proberen. Hij vindt het jammer, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders om uitsluitend middagvergaderingen te houden geen weerklank vindt. Nu een raadsvergadering voor de leden geen sinecure is en zij nagenoeg allen een zware dagtaak hebben zijn avondvergaderingen minder ge wenst. 4 De heer VERMEULEN is van mening, dat het voorstel van Burgemees ter en Wethouders moet worden gevolgd. Er is in het zuiden geen ge meente die meer krijgt. Overigens wordt het werk, dat men als raads lid doet, toch immers niet betaald. De heren TOXOPEUS en RATTINK zijn ook deze mening toegedaan. Hierna wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen met dien verstande dat getracht zal worden het presentiegeld te bepalen op 10, 31. Verkoop gedeelten Molenley. De heer VAN BIJNEN zegt, dat de heer Wezenbeek, die niet aanwezig kan zijn, hem heeft gevraagd hierover het woord te voeren. Het ant woord van Burgemeester en Wethouders is niet bevredigend. De heer Cornelissen had het stukje grond, dat aan zijn tuin grenst graag gehad, omdat hij gepensionneerd is en in zijn vrije tijd tuiniert. Spreker vindt het vreemd, dat de heer Cornelissen niets heeft kunnen krijgen en dat hij op zijn verzoek eerst 2 jaar later antwoord heeft gekregen. Wethouder VAN HOUTEN geeft toe, dat de directeur van Openbare Werken met zijn brief van 25 Januari wat voorbarig is geweest omdat Burgemeester en Wethouders 5 Februari pas tot verkoop hebben be sloten. De directeur van Openbare Werken heeft dit ruiterlijk toege geven, hoewel dit misschien in het antwoord van Burgemeester en Wethouders niet duidelijk genoeg uitkomt. De heer Cornelissen is enige malen bij spreker geweest. Hij vroeg het stukje grond voor niets. Bij de verkaveling van de gedempte Molenley is getracht de meest economische verdeling te verkrijgen. Als men het kaartje beziet, dat aan het ter inzage gelegde besluit is gehecht, dan zal men bemerken, dat dit inderdaad is gelukt. De stukjes grond zijn alle voor een be paalde prijs verkocht en geen enkel is om niet afgestaan, zoals de heer Cornelissen wenste. Bovendien verlangde deze nog een nieuwe afscheiding van zijn grond. Al met al is het beter geweest de grond aan Van Boxtel en niet aan Cornelissen te verkopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 160