16
13 JANUARI 1954
en het is voor hem dikwijls zeer moeilijk beslissingen te nemen.
Spreker heeft zitting in de beroepscommissie en vanaf 1946 tot op
heden zijn slechts 3 of 4 gevallen in beroep door deze commissie
behandeld. Dit pleit voor zijn objectief en rechtvaardig oordeel bij
de door hem genomen beslissingen.
In Dr Hermans gaat een grote medicus de gemeentedienst verla
ten, een ambtenaar met grote werkkracht, met een sterke wil en
spreker kan zich volkomen verenigen met het voorstel van Burge
meester en Wethouders om met hem een arbeidscontract naar bur
gerlijk recht aan te gaan.
De heer JONGBLOED kan zich volkomen verenigen met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders om aan Dr Hermans eervol
ontslag te verlenen onder dankbetuiging voor de belangrijke lang
durig aan de gemeente bewezen diensten. Spreker heeft echter prin
cipieel bezwaar tegen het terugnemen van deze hoofdambtenaar
op arbeidscontract. Hij is de mening toegedaan, dat er nog ruim
schoots tijd over is om in de vacature te voorzien. Bovendien be
schikt de geneeskundige dienst over een waarnemend geneesheer
directeur. Spreker betoogt, dat zijn bezwaren niet tegen de persoon
van Dr Hermans zijn gericht. Hij kent hem niet en gaarne neemt hij
op gezag van Drs Verhaak aan, dat Dr Hermans een uitstekend
ambtenaar is.
Hij vindt het echter principieel onjuist om 65-jarigen wederom op
arbeidscontract naar burgerlijk recht in dienst te houden. Spreker
deelt derhalve niet het gevoelen van Burgemeester en Wethouders.
Wethouder ROMSOM spreekt als zijn mening uit, dat de zaak niet
zo eenvoudig ligt. Dit is gebleken bij de indienstneming van een
medicus bij de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst.
Na een jaar had de gemeente geluk, dat Dr Vercauteren zich uit
zijn praktijk kon terugtrekken. De salariëring voor de medici is erg
laag en men heeft niet veel verzekerden bij een ziekenfonds nodig
om een hoger inkomen te verkrijgen, dan de gemeente kan bieden.
Daarom is het volgens spreker gewenst Dr Hermans in dienst te
houden. Bovendien is er nog een andere reden. In de naaste toe
komst zal de behuizing van de gemeentelijke geneeskundige en ge
zondheidsdienst moeten worden verbouwd. Dr Hermans weet hoe
en wat er ge- en verbouwd moet worden.
Spreker brengt onder de aandacht van de heer Jongbloed, dat bij
de provincie Noord-Brabant een dergelijk geval heeft gespeeld,
waaraan de heer Jongbloed zijn medewerking wel heeft verleend.
De heer JONGBLOED merkt op, dat volgens hem het bij de pro
vincie anders lag. Hier betrof het gebrek aan voldoende technisch
geschoolde ambtenaren in de hoofdrang. Indien de zaak hier ook zo
was, dan zou hij geen principiële bezwaren laten horen. Maar dit
moet echter nog blijken. Over een jaar kan de Wethouder het
zelfde herhalen. Bovendien komt het spreker voor, dat indien de
Wethouder zegt, dat een verdienstelijk ambtenaar na zijn 65-jarige
leeftijd in dienst gehouden moet worden, Burgemeester en Wethou
ders op de verkeerde weg zijn. Er zal dan van diskwalificatie ge
sproken kunnen worden, indien Burgemeester en Wethouders een
ambtenaar na zijn 65-jarige leeftijd niet op arbeidscontract in dienst
houden.
Spreker benadrukt nogmaals, dat hij geen bezwaar heeft tegen de
persoon van Dr Hermans. Hij kent hem niet.