170 14 .TULT 1954 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van één der z.g. K.M.A.-akten. (Bijlagen 1954, nr. 361). Tegenwoordig: Mevr. M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, Mevr. E. M. SLOT-PLATTEL; Mej. J. P. KOPPELAAR en de heren W. A. BLIEK, W. C. A. M. VAN BOXTEL, J. M. VAN BIJNEN, H. J. C. CO- SIJN, C. VAN DEN EEDEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, G. F. HULS KRAMER, G. J. KLOMPERS, J. A. KOOLS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT, Mr A. P. J. H. QUAED- VLIEG, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, C. J. A. SONDERMEIJER, Drs G. C. STUBENROUCH, Drs O. G. E. M. VERHAAK, J. F. V. VER MEULEN, J. VERSCHUREN. Afwezig: Mej. D. M. J. t' SAS, en de heren Mr J. A. M. BASTIAAN- SEN, A. C. A. BREKELMANS, J. D. F. BRINKERHOF, H. J. VAN HOUTEN, A. JONGBLOED, J. J. KAMPHUYS, Mr E. H. TOXOPEUS en A. J. WEZENBEEK. Voorzitter: de heer Mr Dr C. N. M. KORTMANN. Secretaris: de heer Mr J. J. G. M. WALENKAMP, loco-secretaris. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Bericht van verhindering is binnengekomen van: Mej. D. M. J. t' Sas en de heren Mr K. A. M. Bastiaansen, J. D. F. Brinkerhof, H. J. van Houten en A. J. Wezenbeek. Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda. 1. Notulen. De heer VAN BIJNEN merkt op, dat hij in zijn betoog, vermeld op bladz. 160: van de notulen, nog gezegd heeft, dat hij gaarne een ruiter lijke bekentenis van de Wethouder zou hebben gezien. De VOORZITTER verzoekt de heer van Bijnen zijn wijziging van de notulen duidelijk te formuleren. Hij merkt in het algemeen op dat, indien een wijziging van de notulen wordt voorgesteld, hij gaarne de betrokken wijziging of aanvulling op schrift zou zien gesteld. Spreker vraagt overigens enige tegemoetkoming met betrekking tot de notulen; iedere nuance is in de notulen niet weer te geven. De heer VAN BIJNEN verzoekt zijn betoog op blz. 160 met het na volgende aan te vullen: Het bevreemdt hem bovendien, dat in een brief van 25 Jan. aan de heer Cornelis is medegedeeld, dat het stukje grond achter diens huis reeds verkocht was, terwijl de verkoop volgens het antwoord Van Burgemeester en Wethouders eerst later plaats vond. Hij zag liever een ruiterlijk toegeven van de wethouder, dat in dit geval verkeerd is gehandeld. De heer SONDERMEIJER zegt bij de rondvraag in de vergadering van 16 Juni j.l. 3 vragen te hebben gesteld. Zijn eerste vraag „of de gemeentelijke leges voor paspoorten kunnen worden verlaagd" is niet in de notulen opgenomen. Hij verzoekt dit mitsdien alsnog te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 170