172
14 JULI 1954
2 p. Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
De heer VAN BOXTEL merkt met betrekking tot het door Burge
meester en Wethouders gegeven antwoord inzake zijn verzoek om het
park bij de laan van Rasseghem wat te sieren, op, d.at het hem wel
duidelijk is dat daar een plantsoentje zal worden aangelegd. Spreker
heeft echter bedoeld het plantsoen wat de verfraaien door er b.v. een
stukje beeldhouwwerk in te plaatsen.
De heer MINDERHOUD zegt in de vergadering van 5 Mei j.l. een
vraag gesteld te hebben inzake de verontreinigingen nabij de Grote
Kerk. Thans heeft hij geconstateerd dat er wel een urinoir is geplaatst,
doch spreker zou nog gaarne een antwoord op zijn vraag ontvangen.
3. Geloofsbrieven.
In de commissie voor onderzoek van de geloofsbrieven van het nieuw
benoemde lid van de Raad de heer A. Lossez worden benoemd de heren
Rattink, Bliek en Quadvlieg.
De VOORZITTER verzoekt het onderzoek van de geloofsbrieven ge
durende de pauze te doen plaatsvinden, zodat na de pauze de Raad
een beslissing kan nemen.
4. Verlenging ontruimingstermijn van onbewoonbaar verklaarde
woningen.
De heer MENDES zegt, dat twee woningen reeds in 1940 onbewoon
baar zijn verklaard. Dat men deze woningen in 1954 nog laat bewonen,
omdat voor1 de betrokken bewoners geen andere woonruimte is te vin
den, is zeer schrijnend. Spreker vraagt zich af hoelang hiermede nog
gewacht zal worden. Hij zou gaarne zien dat deze woningen zo spoedig
mogelijk worden ontruimd. De woning Halstraat 11 verkeert in een
mensonterende toestand. Hij verzoekt deze woning toch zeker op korte
termijn te ontruimen.
De heer KRAMERS is het met de heer Mendes volkomen eens. Hij
vraagt zich verder af, waarom de ontruimingstermijn resp. met 1 jaar
en met 6 maanden moet worden verlengd. Spreker zou hierover gaarne
worden ingelicht.
Wethouder ROMSOM zegt, dat de betrokken woningen van particu
lieren zijn. Als de huidige bewoners er uit zijn dan zullen de woningen
weer clandestien worden betrokken. Daar is niets tegen te doen. Er
wordt door de dienst van openbare werken en door het woningnood
bureau in deze een bepaalde politiek gevolgd, waarop spreker hier niet
dieper kan ingaan.
Alles wordt door de gemeente gedaan om zo spoedig mogelijk tot een
oplossing te komen. Het verschil in de ontruimingstermijnen komt om
dat voor de ene woning, waarvoor wordt voorgesteld de ontruimingster
mijn met 6 maanden te verlengen, een oplossing binnen deze termijn is
te verwachten, terwijl voor de andere woning waarvoor een verlenging
van 1 jaar wordt voorgesteld, nog geen oplossing in zicht is. De Raad
kan er echter van overtuigd zijn, dat alles in het werk wordt gesteld
om zo spoedig mogelijk een oplossing te vinden.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.