14 .TIJM 1954
173
5. Riolerings- en bestratingswerken.
De heer MOL stelt voorop, dat de riolerings- en .bestratingswerken
in de nieuwe wijken van de stad noodzakelijk zijn en dat het zelfs wen
selijk is, dat deze werkzaamheden klaar zijn voordat de huizen betrok
ken worden, doch in dit verband wil hij een opmerking maken met
betrekking tot de riolerings- en bestratingswerkzaamheden in de bin
nenstad. De Boeimeersingel is b.v'. reeds gedurende enige weken af
gesloten voor het verkeer. Dit zal nog lange tijd zo blijven, indien het
tempo van de werkzaamheden blijft, zoals dat nu is. Hier moet met een
tweeploegenstelsel gewerkt worden. Men zou hier kunnen tegenwer
pen, dat er een gebrek aan arbeidskrachten is. Indien dit zo is, dan
wil spreker de bestratingswerkzaamheden in de buitenwijken van de
stad opschorten, opdat de werkzaamheden in de binnenstad bespoedigd
kunnen worden; de werkzaamheden in de binnenstad gaan voor. Het
is een schade voor de stad als de straten van de binnenstad lang open
gebroken blijven-
De VOORZITTER wil deze algemene opmerking van de heer Mol,
wegens het niet aanwezig zijn van de wethouder, gaarne doorgeven.
De opmerking heeft volgens spreker da volledige instemming van het
college van Burgemeester en Wethouders. De vraag is echter of het
voorstel van de heer Mol wel uitvoerbaar is; er zullen, wel complica
ties aan vast zitten, zoals overbelasting vant de dienst. Aangezien de
wethouder niet aanwezig is, is er op het ogenblik moeilijk meer van
te zeggen. Spreker zegt toe deze materie in overweging te willen
nemen.
Hierna besluit de Raad overeenkomstig het voorstel.
6a. Vernieuwing straatverlichting in de Oosterstraat.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
6b. Straatverlichting langs de Moerdijkse Postbaan.
De heer QUAEDVLIEG merkt op, dat er hier sprake is van een sa
menwerking tussen twee gemeenten, hetgeen vroeger in de gemeente
wet en thans in een nieuwe wet is geregeld. De regeling in de nieuwe
wet komt in hoofdzaak overeen met de destijds in de gemeentewet op
genomen artikelen. Volgens spreker voldoet de onderhavige overeen
komst niet aan de bepalingen van de nieuwe wet. Zo is b.v. niet ge
regeld, welke gemeente zorgdraagt voor plaatsing van de overeenkomst
in de staatscourant, alsmede zijn er geen bepalingen opgenomen om
trent eventuele wijziging van de overeenkomst. Over deze kwestie
heeft spreker contact opgenomen met een ambtenaar ter secretarie, die
van mening is, dat deze overeenkomst niet onder de wet gemeenschap
pelijke regelingen valt.
Spreker is het hiermede niet eens. Ook de onderhavige overeen
komst zal volgens hem aan de bepalingen van de nieuwe wet moeten
voldoen. De gemeente heeft op de voorgestelde wijze wel de practische
kant gekozen, doch spreker blijft van mening, dat er juridisch gebre
ken aan de regeling kleven.
De heer RATTINK zegt gelezen te hebben, dat van de door de ge
meente Etten en Leur te plaatsen 10 lantaarnpalen er 5 worden betaald
door de gemeente Breda. Het is spreker niet duidelijk, waarom Breda
deze moet betalen. Naar zijn mening moeten alle 10 de lantaarnpalen
ten laste van de gemeente Etten komen.