174 14 .TULI 1954 Wethouder MEYS zegt dat ter verzekering van een goede verlichting op de Moerdijkse Postbaan inderdaad de figuur van de gemeenschap pelijke regeling zou kunnen worden gebruikt. Door de Wet Gemeen schappelijke Regelingen wordt echter de mogelijkheid om bepaalde za ken te regelen bij overeenkomst niet uitgesloten. Artikel li zegt, dat de Raden een gemeenschappelijke regeling kunnen treffen. In het onder havige geval gaat het slechts over een eenvoudige verrekening van aanleg- en exploitatiekosten. De figuur van de gemeenschappelijke regeling ter verzekering van dit belang zou topzwaar zijn, allereerst omdat het onderwerp zo simpel is, vervolgens, omdat slechts twee ge meenten hierbij betrokken zijn. Een gemeenschappelijke regeling zou slechts meer „papier" met zich brengen zonder dat er zakelijk iets anders geschiedde, dan thans wordt voorgesteld. Daarom is geen ge meenschappelijke regeling getroffen. Met betrekking tot de vraag van de heer Rattink deelt spreker mede, dat de Moerdijkse Postbaan, waar deze lantaarns geplaatst zullen wor den, zowel ten noorden als ten zuiden van de grote weg voor de helft eigendom is van de gemeente Breda en voor de helft van de gemeente Etten, met uitzondering van een klein stukje, waar de grens niet pre cies in het midden loopt. Er zou gesteld kunnen worden, dat in het noordelijk gedeelte van de weg geen huizen staan, zodat Breda niet voor de verlichting behoeft te zorgen. Van de andere kant blijft een weg zonder verlichting toch gevaarlijk. Daarbij komt nog, dat deze weg uitkomt op de grote verkeersweg EttenBreda. Spreker acht het alles zins gemotiveerd, dat Breda de 5 lantaarnpalen voor haar rekening neemt. De heer QUAEDVLIEG kan zich na het betoog van de wethouder ermede verenigingen, dat het practisch element gekozen is en dat de wet gemeenschappelijke regelingen niet wordt gevolgd. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 6 c. Overschrijving van credieten voor straatverlichtingsplannen. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 7. Vaststelling van een vacantieregeling voor slagers. De raad besluit overeenkomstig dit voorstel. 8. Raadscommissie van onderzoek van de rekening en verantwoor ding Stichting Oude-mannenhuis. In de raadscommissie worden benoemd de heren Rattink, Nieuwlaat en Klompers. 9. Vervallen. 10. Verhoging der raming van de kosten verbonden aan het wijkwerk van de Pius X-Stichting. De heer RATTINK zegt, dat op de begroting 1954 van het wijkwerk oen post van f 2500,voorkomt voor „afschrijving wijkwerk Westein de". Hij zou gaarne willen vernemen waar deze post betrekking op heeft, Wethouder ROMSOM zegt momenteel op deze vraag geen antwoord te kunnen geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 174