192 11 AUGUSTUS 1954 Indien het voorstel wordt aanvaard, zal voor de uitvoering van het werk het juiste tijdstip worden gekozen. De heer KAMPHUYS blijft echter van mening dat hij het plan te duur vindt en is van mening dat indien N.A.C. het verzoek 'tot het aanleggen van dit parkeerterrein had ingediend niemand van de raad genegen zou zijn hiervoor f 150.000,te voteren. Spreker is erg blij met de in het plan geprojecteerde shotvelden doch meent dat het par keerterrein pas over 10 jaren nodig zal blijken te zijn. Met het door de heer Rattink gedane voorstel kan hij zich verenigen. De heer RATTINK zegt waarde te hechten aan het advies van de Verkeerscommissie en voorziet dat van dit parkeerterrein slechts in incidentele gevallen b.v. bij een Belgische invasie en bij sportwedstrij den op het N.A.C.-terrein, gebruik zal worden gemaakt. Spreker is door de woorden van de Voorzitter niet overtuigd geworden. Omdat naar zijn overtuiging zeker de eerste jaren geen intensief gebruik van het terrein wordt gemaakt, adviseert hij het aanbrengen van de licht masten uit het voorstel van Burgemeester en Wethouders te doen ver vallen. De VOORZITTER zegt dat het aantal auto's elke dag toeneemt en ofschoon hij van oordeel is dat het terrein niet dagelijks volledig zal worden gebruikt meent hij toch te moeten adviseren de verlichting in het plan te handhaven, omdat het naderhand plaatsen van deze ver lichting nog een groter crediet zal vragen. De heer QUAEDVLIEG vraagt of de heer Rattink zijn eerste voorstel handhaaft. De heer JONGBLOED is nog niet enthousiast voor het plan, omdat naar zijn mening het terrein te ver uit het centrum van de binnen stad is gelegen. Spreker is er van overtuigd dat men toch altijd zal blijven parkeren in de binnenstad en wijst in dit verband op het parkeerterrein van Ahoy te Rotterdam. Hij kan zich echter met het voorstel van Burge meester en Wethouders verenigen doch adviseert Burgemeester en Wethouders niet te haastig te zijn met de uitvoering van het plan om dat er toch geen directe behoefte aan dit parkeerterrein bestaat. De heer BRINKERHOF kan zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders verenigen en zegt dat het advies van de Verkeerscom missie luidt dat het terrein geschikt gemaakt moet worden. Dit ge schikt maken kan volgens spreker's mening niet anders geschieden dan door het aanbrengen van een harde bestrating. Egaliseren zonder meer zal regelmatig grote kosten met zich brengen. De heer VAN BOXTEL gaat accoord met het voorstel van Burge meester en Wethouders. Spreker acht dit project uitermate geschikt om in het kader van de G.S.W.-regeling te worden uitgevoerd. Boven dien is dit financieel voordeliger voor de gemeente. De VOORZITTER zegt toe, dat dit zal worden nagegaan. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten, met aan tekening dat de heren Rattink, Kamphuys en Klompers wensen geacht te worden te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 192