11 AUGUSTUS 1954 199 zitter de openbare vergadering en stelt opnieuw aan de orde het voor stel van Burgemeester en Wethouders tot het in erfpacht uitgeven van grond gelegen nabij de Dillenburgstraat aan L. J. van der Sluijs. Overgegaan wordt tot stemming. Het voorstel van Burgemees ter en Wethouders wordt aangenomen met 17 tegen 9 stemmen. Vóór stemden: Mej. t' Sas, Mej. Koppelaar en de heren Minderhoud, van de Noort, Sondermeijer, Nieuwlaat, Bliek, Romsom, van Boxtel, Meijs, Kools, Cosijn, Verhaak, Stubenrouch, van Gisbergen, Mol, To- xopeus. Tegen stemden Mevrouw Slot en de heren Wezenbeek, Brin kerhof, Klomper-s, Hulskramer, Rattink, Kamphuys, Jongbloed en Los- cez. 36. Medewerking bouw woning in het kader van stadssanering. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 37. Begrotingswijziging 1354 i.v.m. krotopruiming. De heer MOL zegt, dat de rijkspremie voor een woning 3500, bedraagt. Indien nu een krotwoning wordt opgeruimd, dan geeft het Rijk en de gemeente ieder nog 15°/o van deze premie extra, hetgeen neerkomt op 30°/o van f 3500,is f 1000,Een krotwoning kost on geveer f 300,zodat er voor de bouwondernemers een voordeel van f 600,inzit, indien zij krotwoningen aankopen. Spreker kan zich alleen met dit voorstel verenigen, indien de bewoners van de krotwo ning in de nieuwe woning kunnen gaan wonen. Wethouder ROMSOM zegt, dat dit voorstel de bedoeling heeft de krotopruiming te stimuleren en dat de nieuwbouwwoning op een an dere plaats dan de krotwoning kan worden gebouwd. Hij hoopt, dat de bouwondernemers veel krotwoningen zullen aankopen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Wethouder STUBENROUCH zegt, dat de Raad besloten heeft Drs Vondeling, als leraar in de klassieke talen aan het stedelijk Gymna sium te benoemen. De heer Drs Vondeling kan echter pas op 1 Novem ber a.s. in dienst treden. Ten einde de goede gang van het onderwijs op het gymnasium te bevorderen stelt hij de Raad voor voor het tijd vak 1 September1 November 1954 de heer Seijn, die reeds meerdere malen met goed gevolg vervangen heeft, in tijdelijke dienst te benoe men. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. Wethouder STUBENROUCH zegt, dat in verband met de stijging van het aantal leerlingen aan de school Middellaan een extra leerkracht, ingevolge artikel 56, 2e lid der lagere onderwijswet 1920 kan worden benoemd. Burgemeester en Wethouders hebben met ingang van 1 Sep tember a.s. in tijdelijke dienst benoemd de heer Nobels om deze na '/a jaar diensttijd na gebleken geschiktheid in vaste dienst aan te Gtellen. Hij stelt er prijs op te verklaren, dat deze aanstelling in nauw con tact met de heer Inspecteur van het onderwijs en met het hoofd van de school is geschied. Spreker doet deze mededeling, opdat de Raad geen onbekende leerkracht aan de school Middellaan zal ontdekken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 199