15 SEPTEMBER 1954
211
ken. Ten aanzien van de opmerking van de heer Sondermeijer zegt
spreker dat de woningen een inhoud hebben van 375 m3. Van hoger
hand wordt de bijdrage berekend naar de oppervlakte van het huis
en het aantal bedden. Dit aantal bedden is derhalve van groot belang.
De opmerking van mejuffrouw t' Sas is juist, de functionele indeling
van de woningen wordt binnenkort besproken in overleg met de direc
tie van Openbare Werken en de architect. Het is niet doenlijk deze
functionele indeling in de raad ter sprake te brengen.
De heer KRAMERS zegt dat woningwetwoningen inderdaad nodig
zijn. Het is echter de bedoeling van spreker dat als de gemeente met
premieregeling bouwt de woningen gemakkelijker kunnen worden
verkocht. Juist nu de gemeente slechts een klein complex bouwt zou
zulks te proberen zijn.
Wethouder VAN HOUTEN antwoordt dat hij er niet voor voelt dit
experiment te laten doorgaan. Er is een mogelijkheid om woningwet
woningen aan particulieren over te dragen, maar de procedure is in
verband met het Rijk niet gemakkelijk. Spreker wil echter wel bezien
of er mogelijkheden zijn.
De VOORZITTER zegt dat deze zaak thans in een zo ver gevorderd
stadium is dat niet meer kan worden overgeschakeld. Hij ontraadt dit
agendapunt te blokkeren doch wil wel toezeggen het voorstel van de
heer Kramers in overweging te nemen.
De heer KRAMERS antwoordt dat hij van mening was dat bouw
van deze woningen met premieregeling inderdaad nog mogelijk was.
Als zulks echter niet meer gaat dan gaat hij accoord met het voorstel.
De VOORZITTER merkt op dat hij niet heeft willen zeggen dat bouw
met premieregeling in het geheel niet mogelijk is.
De heer KRAMERS zegt dat hij het op prijs zal stellen indien Bur
gemeester en Wethouders bij een volgend object zijn voorstel in over
weging willen nemen.
De VOORZITTER zegt toe dat hij dit in het college van Burgemeester
en Wethouders zal bespreken.
De heer JONGBLOED vraagt of men thans niet van het ene uiterste
in het andere uiterste valt. Er bestaat een bepaalde verhouding tussen
particuliere bouw en woningwetbouw.
De VOORZITTER merkt op dat over de verhouding particuliere bouw
woningwetbouw nog nader beraad zal volgen. Als dit punt te zijner
tijd in de raad ter sprake gebracht wordt dan kunnen alle leden er
hun mening over zeggen.
De heer JONGBLOED is van mening dat deze discussie beter kan
worden gehouden bij de behandeling van de begroting. Spreker is niet
enthousiast over de woningen. Hij wil echter wel zijn stem aan het
voorstel geven.
Mejuffrouw KOPPELAAR dankt de wethouder voor zijn uiteenzet
ting. Spreekster vraagt zich af of het juist nu niet het goede moment
is om tot vermindering van het huizenbezit van de gemeente over te
gaan. Binnenkort zal er weer een verdere huurverhoging komen en
dan zullen de woningen naar verhouding ook weer duurder zijn.