214 15 SEPTEMBER 1954 Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10. Subsidie aan de Stichting „Actie voor het Asthmatische Kind". Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 11. Decoratieve aankleding van gebouwen. Wethouder STUBENROUCH zegt dat het in de bedoeling ligt om ook bij toekomstige credietaanvragen voor openbare gebouwen l°/o uit te trekken voor decoratieve aankleding. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 12. Tandheelkundige verzorging van schoolgaande jeugd. De heer VAN BIJNEN drukt er zijn spijt over uit dat dit prae-advies thans voor hem ligt. Er rijzen namelijk nog een aantal vragen. Bij voorbeeld: 1. Is het juist dat men kinderen die drie jaren op de lagere school hebben doorgebracht reeds „dental minded" noemt. 2. Hoe is het thans met de verhouding tussen de Stichting tandheel kundige verzorging en tandartsen? Spreker stelt voor het prae-advies terug te nemen en de commissie die indertijd voor deze kwestie was ingesteld te vragen een onderzoek in te stellen. 1 1 De heer VERMEULEN merkt op dat de commissie destijds getroffen was door de belangeloosheid der tandartsen. Toen zijn in deze com missie verwachtingen gewekt welke thans niet worden ingelost. Spre ker vindt het jammer dat men thans terug komt van de reeds ingesla gen weg. Destijds is door de tandartsen voorgesteld de controle op de scholen bij toerbeurt door hen zelf te doen geschieden. Zij hadden hiervoor een aantal argumenten. Bij voorbeeld dat bij het aanstellen van een tandarts-ambtenaar de klantenbinding in het gevaar zou kun nen komen. Dat de tandartsen deze bereidheid hadden blijkt uit de brief van de Provinciale Noord-Brabantse Bond van het Wit-Gele Kruis, waaruit spreker het volgende citeert: uitsluitend doen uitvoeren door particuliere tandartsen die zich tegen over de stichting .w^rbonden- de kinderen regelmatig bij toerbeurt op de scholen te onderzoeken voor wat betreft de gebitstoestand en hen bij geconstateerde defecten naar de eigen tandarts te verwijzen. Een eis voor het welslagen van dit systeem is dat alle gevestigde tandartsen eraan medewerken hetgeen overigens geen moeilijkheden blijkt te geven. Dit was geschreven in 1951. Thans blijkt dat de optimistische ver onderstelling moeilijkheden veroorzaakt. De tandartsen willen name lijk dezelfde richting in als de Centrale Raad. Destijds is toegezegd dat de tandartsen dertig cent per gesaneerde patient zouden storten ten bate van de exploitatierekening van de stichting. Thans wordt de restrictie gemaakt dat dit eerst geschiedt wanneer een tandarts-amb tenaar is aangesteld. De zaak zit spreker vrij hoog. Hij vraagt zich af hoe het mogelijk is dat er zoveel verschil is in de mate van tand bederf bij de leerlingen van verschillende scholen. Hangt dit af van de tandarts welke de school toevallig bezoekt. Dit zal worden verbeterd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 214