242
13 OCTOBER 1954
Was dit wel het geval dan zou deze uitvoerige bespreking niet nodig
zijn geweest. Hij wil thans met het voorstel wel mee gaan, doch hij
wenst de bevoegdheid voor te behouden hierop nader terug te komen.
Hij zou echter gaarne per jaar twee afzonderlijke verantwoordingen
zien; een van Breda-V.V.V. en een van de Streek-V.V.V.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
17 a. b. c. Aankopen van grond in het uitbreidingsplan Brabantpark
en Poolseweg e.o.
18 a. b. c. Verkopen van grond in het Brabantpark en nabij de St.
Jgnatiusstraat.
19. Overdracht van grond aan de Christelijke schoolvereniging
„Gods Koninkrijk Kome".
De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen.
20. Ontwerp-antwoord op de nota. van aanmerkingen bij gedeputeer
de staten gemaakt op de gemeentebegroting 1954.
De heer WEZENBEEK zegt, de stukken te hebben doorgelezen. Hij
heeft bewondering voor de zeer grote deskundigheid van het secreta-
riepersoneel, welke blijkt uit het concept-antwoord op de nota van
aanmerkingen door Gedeputeerde Staten gemaakt op de gemeentebe
groting 1954.
De VOORZITTER wil de lof, aan het secretariepersoneel gebracht,
gaarne in dank aanvaarden.
Het ontwerp-antwoord wordt hierna conform vastgesteld.
21 a. Wijziging van de begroting t.b.v. subsidie voor culturele doel
einden.
De heer VAN BOXTEL zegt het voorstel aanvankelijk met enige
reserve te hebben gelezen. Na een nadere oriëntatie en documentatie
kan hij het voorstel als het ware met enthousiasme ontvangen. Het
is geen definitieve oplossing van het vraagstuk der culturele verzor
ging, doch hij kan het voorstel accepteren als het gezien wordt als een
eerste stap voor de verbetering van het culturele leven in Breda.
Spreker heeft de indruk dat dit voorstel geboren is uit1 de bezorgdheid
dat te lang gewacht zou moeten worden aleer een definitief plan ter
tafel zou kunnen komen. Het voorstel is een experiment, dat evenwel
zijn aantrekkelijkheden bezit. De overheid moet immers rechtstreeks
cultuurdraagster zijn, waarbij zij een stimulerende en activerende rol
speelt. Tegen het voorstel als zodanig zijn nog wel enkele bezwaren.
Op de eerste plaats vraagt spreker zich af hoe de samenstelling is van
de commissie van deskundigen die zich zal hebben te beraden over de
normen welke zullen gelden. Verder vragen B. en W. als het ware een
blanco volmacht zonder garanties. Spreker is toch bereid in dit geval
aan het voorstel mede te werken. Hij is Wethouder Stubenrouch zeer
dankbaar voor de gedurfde stap en wenst hem veel succes met de
uitvoering van het voorstel. Hij wil nog gaarne een suggestie doen. Na
verloop van. drie of zes maanden zou hij gaarne zien dat de Raad zou
worden ingelicht omtrent de gang van zaken; de Raad behoeft dan
geen jaar te wachten.