244
13 OCTOBER 1954
ervan. Volgens spreker moet de Raad een stem in het kapittel heb
ben bij de samenstelling van de commissie. Spreker zou het absoluut
verkeerd vinden als in de te vormen commissie personen zitting zou
den krijgen van bepaalde uitkoopverenigingen. Graag zou hij een de
finitie willen horen wat precies onder uitkoopverenigingen wordt ver
staan. Hij vraagt zich verder af of bepaalde uitkoopverenigingen om
principiële redenen mogen worden uitgesloten. Hij kent uitkoopvereni
gingen van industriën, die ook dure beroepsgezelschappen laten ko
men, waardoor vele arbeiders het goede toneel leren waarderen. Ook
deze uitkoopverenigingen kunnen met dezelfde moeilijkheden zitten.
In principe kan hij zich met het voorstel verenigen, doch hij zou
gaarne zien indien kwestieuze punten in deze raad nog zouden wor
den uitgewerkt, met name hoe de commissie werkt, hoe de commissie
zal wo-den samengesteld, hoe het benoemingsrecht is geregeld, alsmede
wat precies onder uitkoopverenigingen is te verstaan.
Mevrouw VAN MIERLO wil uitdrukkelijk opmerken, dat het voorstel
eigenlijk een proef is waarover pas geoordeeld kan worden na het
toneelseizoen. Zij verzoekt de betrokken wethouder vrijheid van han
delen te geven totdat het seizoen achter de rug is.
De heer JONGBLOED zegt, dat de vorige sprekers reeds over de
duistere punten van het prae-advies hebben gesproken. Het onder
havige voorstel is niet volledig en geeft geen juist inzicht in deze aan
gelegenheid. De wethouder zal zich daarentegen zeer zeker wel een
idee hebben gevormd hoe alles in de practijk te werk zal gaan. Spre
ker is het met de heer Quaedvlieg niet eens waar deze zegt, dat Breda
in deze een achterstand heeft. Breda kan zeer zeker wedijveren met
de meeste andere gemeenten. Hier komen ook bekende en dure be
roepsgezelschappen. In Breda is evenwel een andere lacune n.l. dat
er maar één schouwburggelegenheid is met name Concordia welk ge
bouw voor de leden alleen al te klein is. Het gebouw is het gehele
jaar door bezet. In dit opzicht moet iets gebeuren. Er is een fonds ge
sticht, met een gekapitaliseerd bedrag van f 400.000,voor de bouw
van een schouwburg, die aan de eisen voldoet. Dit gebouw moet er
komen. Spreker meent ook dat als het gebouw er is, vele moeilijkheden
zullen zijn opgelost. Indien de subsidies verstrekt worden aan de drie
bekende uitkoopverenigingen dan zal slechts een bepaald gedeelte der
bevolking hiervan profiteren, aangezien men lid moet zijn van een
uitkoopvereniging om toegang tot een uitvoering te krijgen. Hij vraagt
zich af wat er gedaan zal worden om ook de man met de kleine beurs,
die geen lid van een uitkoopvereniging is, hiervan te laten profiteren.
Dit zal echter ook weer zijn moeilijkheden opleveren, omdat dan het
gebouw Concordia te klein zal zijn. Volgens spreker moeten in de
commissie uitsluitend deskundigen zitten om het betrokken stuk te
kunnen beoordelen en moeten de normen bij B. en W. blijven en niet
aan de commissie worden gedelegeerd.
De heer TOXOPEUS constateert dat alle sprekers het in grote lijn
eens zijn. Ook hij kan zich bij- de sprekers aansluiten. Hij heeft zich
echter afgevraagd of de wethouder alleen maar wilde weten of het
geld er zou komen en de zaak daarna zal uitwerken. De raad mag
echter wel weten wat er gaat gebeuren. Over de samenstelling van de
commissie zijn verschillende meningen. Volgens spreker moet er tegen
gewaakt worden dat er tekorten worden gemaakt om subsidie te krij
gen. Ook moet er op worden toegezien dat de gezelschappen niet duur
der gaan worden naarmate de gemeente meer gaat subsidiëren. Hij
meent daarom dat terzake deskundigen over de gehele lijn in de com
missie zitting moeten hebben. Het komt spreker gewenst voor dat