262 17 NOVEMBER 1954 2m. De heer BRINKERHOF zegt dat hij opmerkingen over de beantwoording van de door hem gestelde vraag zal uitstellen tot de behandeling van de begroting 1955. 21. Berichten van Gedeputeerde Staten houdende goedkeuring van besluiten. Datum raadsbesluit: Agendanr.: Datum besluit Ged. Staten: 12 Augustus 1953 21 20 October 1954 G. nr. 66381 16 Juni 1954 WJ 6 October 1954, G. nr. 87927 16 Juni 1954 6 6 October 1954 G. nr. 89080 16 Juni 1954 15c 11 Augustus 1954, G. nr. 87782 14 Juli 1954 20f 4 Augustus 1954, G. nr. 90693 14 Juli 1954 4 29 September 1954, G. nr. 90829 Rij 29 September 1954, G. nr. 90830 11 Augustus 1954 24a 15 September 1954, G. nr. 92779 L5 September 1954 24c 27 October 1954, G. nr. 95745 L5 September 1954 25d 27 October 1954, G. nr. 95741 15 September 1954 25c 13 October 1954, G. nr. 95739 L5 September 1954 23i 13 October 1954, G. nr. 95738 15 September 1954 23c 13 October 1954, G. nr. 95742 L5 September 1954 3 13 October 1954, G. nr. 95747 Datum besluit B. en W.: Agendanr.Datum besluit Ged. Staten: 20 Juli 1954 4118 20 October 1954, G. nr. 94735 7 September 1954 3821 29 September 1954, G. nr. 95081 10 September 1954 4117 20 October 1954, G. nr. 95308 21 September 1954 4001 13 October 1954, G. nr. 95999 3. Wijziging straatbelastingverordening. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 4. Heffing baatbelasting in zgn. onrendabele gebieden. De heer KRAMERS acht de oplossing die het prae-advies geeft, niet gelukkig gekozen. Aan het slot van het prae-advies wordt gezegd, dat Gedeputeerde Staten bezwaar hebben om 50.000,— uit de winst van het Waterleidingbedrijf aan de reserve onrendabele gebieden toe te voegen. Door Burgemeester en Wethouders wordt dan aangevoerd, dat uitkering van de gehele winst aan de algemene dienst onjuist zou zijn, omdat dit een „schijnwinst" is en omdat nog vele achterstallige onderhoudswerken dienen te worden uitge voerd. Spreker kan met deze motivering niet mede gaan. De „schijn winst" dient dan overgebracht te worden naar een onderhouds- reserve. Bovendien blijkt uit het prae-advies dat er in de gemeente nog onrendabele gebieden zijn. Spreker acht de gevonden oplossing niet juist en spreekt als zijn mening uit, dat Gedeputeerde Staten niet accoord zullen gaan met dit voorstel. Hij verzoekt Burgemees ter en Wethouders een andere oplossing te zoeken. De heer VAN BOXTEL zegt het met de argumenten die Burge meester en Wethouders in het prae-advies hebben aangehaald eens te zijn. Indien Gedeputeerde Staten deze zaak stellen als 'n con ditio sine qua non dan zijn er twee mogelijkheden n.L: öf het raadsbesluit intrekken öf als andere oplossing: de mogelijkheid een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 262