268 17 NOVEMBER 1954 16. Tegemoetkoming in vervoerskosten ex artikel 13 L.O.-wet 1920. De heer LOSSEZ zegt dat thans lagere maal staven voor een tegemoetkoming in de vervoerskosten zijn aangelegd. Spreker vraagt of ook de aanvragen, die in de raadsvergadering van 15 September j.l. zijn afgewezen, opnieuw in behandeling worden genomen. Wethouder STUBENROUCH zegt dat nieuwe aanvragen inge diend kunnen worden. De VOORZITTER zegt, dat de oude aanvragen aan de hand van de nieuwe maatstaven zullen worden onderzocht. Hierna wordt overeenkomstig het prae-advies besloten. 17. Vaststelling vergoeding ingevolge artikel 101 der L.O.-wet 1920. 18a. Medewerking ingevolge artikel 72 der L.O.-wet 1920. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 18b. Bouw gymnastieklokaal aan de Lagere school Laan van Mecklenburg. De heer TOXOPEUS vraagt of ook Burgemeester en Wethouders niet van oordeel zijn, dat iedere school over een gymnastieklokaal moet beschikken, doch dat in verband met de urgentielijst voor het bouwen van gymnastieklokalen hieraan direct niet kan worden voldaan. Dit prae-advies, zegt spreker, gaat er van uit om andere grenzen te stellen voor de combinatie van lagere scholen, die van de genoemde gymnastiekzalen gebruik zullen maken. Wethouder STUBENROUCH zegt, dat dit inderdaad het geval is. Hierna wordt overeenkomstig het prae-advies besloten. 18c. Medewerking ex artikel 72 L.O.-wet 1920 school Heuvel straat 52bis. Overeenkomstig het prae-advies wordt besloten. 18d. Medewerking ex artikel 72 L.O.-wet 1920 Jan Ligthart- school. De heer RATTINK zegt dat er reeds eerder een verzoek geweest moet zijn van het schoolbestuur om voor 2 lokalen meer te mogen heien. De Inspecteur van het Lager Onderwijs ging destijds niet met dit verzoek accoord en dit inzicht werd door Burgemeester en Wethouders overgenomen. Thans gaan de Inspecteur en Burge meester en Wethouders wel met het verzoek accoord. Deze handel wijze kost meer geld en spreker is van mening, dat het beter ware geweest, indien bij de bouw van de school reeds toestemming tot het heien voor deze 2 lokalen zou zijn gegeven. Wethouder STUBENROUCH is van mening dat het toenmalig gemeentebestuur geen verwijt mag worden gemaakt, omdat het bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 268