270
17 NOVEMBER 1954
De heer v. d. NOORT wenst geen parallel te trekken tussen de
Grote Kerk en andere kerkgebouwen, doch acht een bedrag van
60.000,voor de aanleg van de installatie te hoog.
De heer VAN DEN EEDEN vraagt of de Commissie voor de
Grote Toren gehoord is.
De VOORZITTER zegt dat aanvankelijk de centrale verwarming
niet was opgenomen in het subsidiebedrag voor de restauratie van
de Grote Kerk, doch in 1945 werd door het Rijk een subsidie in
deze kosten in dit uitzonderingsgeval toegezegd om de bestaande
installatie uit te breiden. Nu blijkt dat uitbreiding van deze in
stallatie niet mogelijk is, gaat de Minister met de aanleg van de
nieuwe verwarming accoord. De gemeente schakelt zich, wat betreft
de te subsidiëren restauratiewerken gelijk met het Rijk. Daarom
is het ook gewenst in dit uitzonderingsgeval een subsidie daarvoor
uit te trekken. Enkele leden van de Raad hebben reeds een argu
ment genoemd. Spreker wil hieraan nog wel enige toevoegen, n.l.
het behoud van het prachtig orgel en het schilderwerk. Spreker zegt
dat de deskundigen het bedrag van 60.000,voor een verwar
mingsinstallatie voor een dergelijk groot gebouw niet hoog vinden.
Tenslotte zegt spreker dat de Commissie voor de Grote Toren
niet is gehoord, omdat dit geen raadscommissie is. Een raadslid,
n.l. de heer Fr. Mol, heeft in deze commissie zitting.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
24. Beleid in sportaangelegenheden.
De heer HULSKAMER heeft met vreugde dit schrijven gelezen.
Hij brengt hulde aan de Wethouder voor deze richtlijnen. Spreker
is van mening, dat, indien het plan zoals dit in het schrijven wordt
voorgelegd, wordt verwezenlijkt, er in Breda een sportaccomodatie
zal zijn, die de stad waardig is. Hij vraagt of er bij de diverse
complexen rekening is gehouden met de aanleg van sintelbanen,
omdat er voor het beoefenen van athletiek zeer weinig gelegen
heid is.
Mej. t' SAS zegt dat aan de wethouder bij een andere gelegen
heid symbolisch bloemen door de Raad werden aangeboden. Zij
wil voor dit schrijven de wethouder symbolisch een lauwerkrans
aanbieden.
De heer VAN BOXTEL spreekt ook zijn erkentelijkheid uit voor
de richtlijnen in het schrijven neergelegd. Hij vraagt of de Raad
over de bouw van de sporthal nog nader zal worden geïnformeerd.
De heer JONGBLOED zegt, dat de huldebetuigingen tot op heden
allen uit dezelfde hoek zijn gekomen. Ook zijn fractie is zeer
erkentelijk voor deze richtlijnen inzake het te volgen beleid in
sjportaangelegenheden. Spreker stelt voor deze richtlijnen voor
kennisgeving aan te nemen en af te wachten welke voorstellen door
Burgemeester en Wethouders voortkomende uit de richtlijnen aan
de Raad zullen worden gedaan.
De heer KROON heeft alle lof voor de wethouder, doch bij hem
is een vraag naar voren gekomen, n.l. in punt IV van het schrijven
staat vermeld, dat het onderhoud zal zijn verdisconteerd in de