272 17 NOVEMBER 1954 28a en b. Vergoedingen voortijdige uit de pachtneming. 29. Begrotingswijzigingen. 30a. Belegging overtollige kasgelden. 30b. Wijziging raadsbesluit aangaan geldlening. 30c. Aangaan van kasgeldleningen voor 1955. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 31. Crediet voor schaftlokaal aan de Cimburgalaan. De heer LOSSEZ kan zich met het voorstel verenigen. Ook in het Heuvelkwartier is een dergelijk schaftlokaal in gebruik. Hij brengt echter onder de aandacht dat het schoonmaken en oliën van de diverse machines voor de dienst van gemeente beplantingen niet in het lokaal maar op straat geschiedt. Dit veroorzaakt een vieze boel. Spreker vraagt in het te bouwen schaftlokaal een kleine werkplaats te projecteren. Mej. t' SAS vraagt waarom dit voorstel niet in de bouwcommis sie is behandeld. De heer BASTIAANSEN zegt geschrokken te zijn van het bedrag ad 18,720,Spreker acht dit bedrag te hoog voor een schaft lokaal. De heer TOXOPEUS acht het bedrag ook onredelijk hoog, wan neer men bedenkt dat men een woning kan bouwen voor 10.000,—. De heer KRAMERS zegt dat uit de ter visie liggende situatie tekening niet kan worden opgemaakt waar het schaflokaal komt te liggen. Gaarne zou hij vernemen waar het lokaal wordt gebouwd. De heer MOL zegt dat de inhoud van het schaftlokaal 260 m3. bedraagt. De bouwkosten komen dus neer op 52,per m'. Voor de urgentie woningbouw rekent men op 40,per m3. Spreker acht de bouwkosten te hoog. Wethouder MEIJS zegt dat de opmerking van de heer Lossez ter harte zal worden genomen. Inderdaad, zegt hij, zijn de bouw kosten vrij hoog. Hij brengt echter onder de aandacht, dat in een bepaald stadskwartier een gebouw de nodige architectonische schoonheid zal moeten opbrengen. Spreker is bereid de bouwkosten nogmaals in de Burgemeester en Wethoudersvergadering te bespre ken. Het schaftlokaal wordt gebouwd bij de Cimburgalaan, achter de woningen gelegen aan de Rondweg. Mej. KOPPELAAR vraagt of er geen woning op het schaftlokaal kan worden gebouwd. De VOORZITTER vraagt of de Raad accoord kan gaan met de toezegging dat Burgemeester en Wethouders toezicht zullen hou den op het besteden van de gelden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 272