274 17 NOVEMBER 1954 36. Uitbreiding waterwinning pompstation Dorst. 37. Uitkering 6 salarisverhoging secretaris, ontvanger en ambtenaren van de Burgerlijke Stand. 38. Vaststelling bezoldiging brandweerpersoneel. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 39. Benoeming arts, belast met schoolhygiëne. Bij gehouden stemming blijken te zijn uitgebracht 35 gel dige stemmen, waarvan 33 op de heer A. Kesteloo en 2 op Mevrouw C. M. C. van de Poel-Werker, zodat de heer A. Kestelo is benoemd. 40. Subsidie Stichting Schooltandverzorging met rapport com missie. De heer KROON wenst aan te haken aan hetgeen hij in de vorige raadsvergadering heeft gezegd over de schooltandverzorging. Spre ker is van mening, dat men wel ver gaat met de overheidsbe moeiing. Uit het rapport is gebleken dat alleen controle op de ge bitten wordt gehouden. Spreker vraagt wie de instructie voor de schooltandarts opmaakt en door wie wordt uitgemaakt, of op school alleen controle wordt uitgeoefend. Wethouder STUBENROUCH antwoordt dat de instructie wordt opgemaakt door de stichting als werkgever. De behandeling van de gebitten geschiedt uitsluitend door de tandarts van betrokkene. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Rondvraag. De heer WEZENBEEK vraagt de vastgestelde avondvergadering van 8 December a.s. te laten vervallen in verband met de sluiting van het Mariale jaar. De VOORZITTER gaat hiermede accoord. De heer KOOLS zegt als raadslid blij te zijn met de plaatselijke pers. Hierin heeft hij gelezen dat de gemeente 8000,bijdraagt in de kosten van de feestverlichting in de binnenstad ter gelegen heid van St. Nicolaas en Kerstmis. Spreker vraagt waarom daar toe geen voorstel aan de Raad is gedaan. De heer VAN BIJNEN merkt op dat het gedeelte van de Kweke rijstraat gelegen ten noorden van de spoorlijn niet voorzien is van een straatverlichting. Indien dit gedeelte nog behoort tot de ge meente Breda, dan zag spreker gaarne dat dit gedeelte werd voorzien van een straatverlichting. De heer MINDERHOUD zegt in de vorige vergadering in verband met de plaatsing van een benzinestation nabij de Verlaatbrug de vraag te hebben gesteld of iemand, die in verband met de uitbrei dingsplannen van de gemeente met zijn bedrijf moet verdwijnen, in aanmerking kon komen voor bedoeld station. Spreker heeft in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 274