276
17 NOVEMBER 1954
waarvan een zeer druk gebruik gemaakt wordt en dat in een zeer
slechte toestand verkeert, te verharden.
De heer RATTINK zegt, dat indien er feestdagen in de week
vallen, de ophaaldienst voor huisvuil niet verschijnt. Spreker ver
zoekt door het plaatsen van een advertentie in de plaatselijke pers
hierop de aandacht te vestigen en daarin tevens mede te delen,
wanneer de ophaaldienst dan wel komt.
De heer KAMPHUIJS zegt dat de kruising van de verlengde
Oranjeboomstraat met de rondweg bij avond niet te zien is en
verzoekt bij deze kruising verlichte waarschuwingsborden te
plaatsen.
De heer BRINKERHOF dankt namens het publiek voor de ver
laging van de balustrade van de tribune in de raadszaal.
Bovendien wijst spreker op de Egyptische duisternis in de Werf-
straat, waar slechts één lantaarn staat en verzoekt de straatver
lichting aldaar uit te breiden.
De VOORZITTER zegt, dat de notulisten geklaagd hebben over
het rumoer in de raadszaal tijdens de rondvraag, waardoor het voor
hen onmogelijk is alle vragen te noteren. Spreker verzoekt ten
respecte van de raadsleden onderling en ten behoeve van de notu
listen de nodige stilte tijdens de rondvraag in acht te nemen.
I
De heer VAN GISBERGEN vraagt wanneer begonnen wordt met
de bouw van de brug aan de Sint Ignatiusstraat.
Mej. t' SAS zegt niet accoord te gaan met het antwoord op de
door haar gestelde vraag over de verkeerssituatie Ginnekenmarkt-
Duivelsbruglaan. Zij is van oordeel dat het le deel van het ant
woord andersom dient te worden gesteld, n.l. door deze gevaarlijke
en onoverzichtelijke hoek is iedereen verplicht oplettend te zijn.
Zij wijst echter op de vele schoolkinderen, die deze gevaarlijke
hoek moeten passeren. Zij vraagt of hier een verkeersspiegel geen
uitkomst zou brengen.
Bovendien zegt spreekster, is de eerste bushalte van de B.B.A.
op de Ginnekenweg, komende van de Baronielaan, juist in de krom
ming van de Ginnekenweg. Hierdoor wordt het uitzicht voor het
verkeer komende uit de Zandberglaan ontnomen. Terugplaatsing
van deze bushalte zal daarin verbetering brengen.
Mej. KOPPELAAR brengt een saluut aan de raadsleden voor de
stilte, die na de woorden van de Voorzitter in de raadszaal is ge
komen. Desondanks heeft zij van de door Mej. t' Sas gestelde vra
gen geen woord verstaan. Dit ligt volgens spreekster aan de slechte
acoustiek van de zaal. Zij vraagt Burgemeester en Wethouders
hieraan nogmaals aandacht te schenken.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
De Voorzitter,
De Secretaris,