298 7 DECEMBER 1954 Fretlaan particulier eigendom is. Als dit zo is moet er met betrek king tot de rioleringswerkzaamheden e.d. overeenstemming zijn met de eigenaar. Dat de gemeente riolering legt in eigendom van derden komt wel meer voor. De heer MENDES merkt op, dat de eigenaar van niets weet. Wethouder MEIJS antwoordt, dat hij de kwestie zal laten onder zoeken. 10b. Credlet rioleringswerken P. C. Hooftstraat. Deze voorstellen worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 11. Crediet verbetering straatverlichting Markendaalseweg. De heer WEZENBEEK wenst van de verlichting niets te zeggen, doch wel op te merken, dat aan de schutting, welke staat aan de Markendaalseweg en de Karnemelkstraat langs het gebouw van Openbare Werken, enkele spijkers uitsteken, welke zeer hinderlijk zijn voor de voetgangers. Bovendien staat aan de rechterkant, wan neer men komt uit de Waterstraat, een schutting, welke alle uit zicht belemmert. Spreker zou het op prijs stellen, als hieraan iets kon worden gedaan. r De heer KROON vraagt hoe het advies luidt van de Commissie voor de Nutsbedrijven. Wethouder MEIJS antwoordt, dat deze commissie met het voor stel accoord gaat. De heer KROON zegt, dat hij alle respect heeft voor het ver trouwen, dat Burgemeester en Wethouders blijken te stellen in de Raad. Spreker stelt dit vertrouwen op hoge prijs, doch hij wenst erop te wijzen, dat de verlichting reeds is aangebracht, terwijl thans eerst het crediet wordt gevraagd. Hij zou het op prijs stel len, als in den vervolge de credieten voor de verlichting zouden worden begrepen in de credieten voor de aanleg van een straat, dan behoeven Burgemeester en Wethouders niet achteraf met cre- dietaanvragen voor de verlichting te komen. Spreker zal zijn fiat aan het voorstel geven, doch hoopt, dat de Raad in den vervolge niet voor een fait accompli zal worden gesteld. De VOORZITTER zegt, dat hij de heer Kroon daarin gaarne zal steunen. Wethouder MEIJS wil er op wijzen, dat het materiaal dat nodig was voor de verlichting van de Markendaalseweg is geleend van ten ander werk, waarvoor de Raad reeds een crediet had verleend. Nu dit object nog niet klaar was kon het materiaal voor genoemde verlichting' worden gebruikt. De heer TOXOPEUS zegt, dat het feit, dat het materiaal voor een ander werk bestemd was voor hem aan de situatie niets veran dert. De vraag is of Burgemeester en Wethouders er goed aan ge daan hebben aldus te handelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 298