30 17 FEBRUARI 1954 De heer MINDERHOUD acht het niet van groot belang en heeft er geen bezwaar tegen de notulen op dit punt ongewijzigd te laten. Hij heeft het echter alleen maar willen opmerken. Spr. verzoekt verder in de notulen van 16 December 1953 (voort zetting) aan het door hem gesprokene op blz. 397 toe te voegen: „Hij dringt aan op meer interfractioneel overleg." De notulen worden, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen, goedgekeurd en vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. De stukken genoemd onder 2a t/m c worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders voor het uitbrengen van prae- advies; de stukken genoemd onder 2d t/m i worden voor kennis geving aangenomen. 2h. Berichten, houdende goedkeuring van besluiten. Datum raadsbesluit: Agendano. Datum besluit Ged. Staten: 14 November 1951 44) 20 Januari 1954, G. nr. 36622 14 Mei 1952 32) 14 Januari 1953 7 6 Januari 1954, G. nr. 53229aH 16 September 1953 15g 20 Januari 1954, G. nr. 68470 11 November 1953 24k 27 Januari 1954, G. nr. 73251 11 November 1953 31 20 Januari 1954, G. nr. 73252 11 November 1953 24i 20 Januari 1954, G. nr. 68470 11 November 1953 241 30 December 1953, G. nr. 73021 16 December 1953 26d 3 Februari 1954, G. nr. 77021 16 December 1953 26b 3 Februari 1954, G. nr. 75098 16 December 1953 25d 3 Februari 1954, G. nr. 75096 13 Januari 1954 14a 3 Februari 1954, G. nr. 76961 13 Januari 1954 15b 3 Februari 1954, G. nr. 76961 13 Januari 1954 14b 3 Februari 1954, G. nr. 76962 13 Januari 1954 15c 3 Februari 1954, G. nr. 76960 Datum besl. B. en W.: Agendano. Datum besluit Ged Staten: 5 Januari 1954 558 3 Februari 1954, G. nr. 76736 21. Antwoorden op gestelde vragen. De heer KRAMERS zegt dat twee dagen nadat door hem de vraag is gesteld met betrekking tot de verlichting van de Ginnekenweg de voorzieningen reeds waren getroffen. Hij is Burgemeester en Wethouders ten zeerste erkentelijk voor deze spoedige uitvoering. Mevrouw VAN MIERLO dankt het college van Burgemeester en Wethouders eveneens voor de verbetering van het rijwielpad nabij de ingang van het Valkenberg. 3a. Riolerings- en bestratingswerken in het uitbreidingsplan Boeimeer N.O. De heer MOL merkt op, dat de bestratings- en rioleringswerken in het algemeen geen gelijke tred houden met de woningbouw. In vele gevallen zijn de huizen reeds voltooid, terwijl de werkzaam heden aan de straten lang nog niet zo ver zijn. Hij verzoekt het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 30