312 7 DECEMBER 1954 22. Schrijven inzake het Ethnografisch Museum. Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. 23. Aanvullend subsidie Algemene Zang- en Muziekschool. De heer MENDES zegt, dat hij in een brief van de Muziekschool gelezen heeft, dat een aanvrage om subsidie bij het Provinciaal Bestuur, door dit bestuur is doorgezonden naar de Stichting „Vrienden van het Brabants Orkest". Spreker vraagt zich af, of deze Stichting zulk een subsidie moet verlenen en als dit zo is, of zulks wel in overeenstemming is met de voorwaarden, waaronder o.a. de gemeente Breda dit orkest subsidieert. Is dit niet een afschuiven van een plicht, welke op het Provinciaal bestuur rust? Wethouder STUBENROUCH antwoordt dat de Muziekschool zijns inziens aanspraak maakt op subsidie van Rijk, Provincie en Gemeente. Rijk en Gemeente subsidiëren reeds. Spreker weet niet wat de overwegingen zijn van Gedeputeerde Staten om de aanvrage van de Muziekschool naar de door de heer Mendes genoemde Stichting om advies te sturen. Dat de Provincie hier een afschuif systeem toepast, zou spreker niet gaarne willen beweren. De mu ziekschool voorziet in een grote behoefte. Hij hoopt dat ook het Provinciaal Bestuur dit zal inzien en dus subsidie zal verlenen. De heer KAMPHUIJS merkt op, dat het de bedoeling is van het Provinciaal Bestuur om advies te vragen over het subsidie-verzoek aan de Stichting „Vrienden van het Brabants Orkest". De heer MENDES antwoordt, dat de Muziekschool zulks dan verkeerd heeft begrepen. 23b. Subsidie Federatie van Bredase Muziekkorpsen. De heer VERMEULEN zegt, dat hij met het voorstel accoord gaat. Spreker zou echter gaarne meer verband zien tussen de belo ning voor een concert en de waarde van een concert. Ieder corps is thans volkomen vrij in de samenstelling van een concert programma. De heer KAMPHUIS zegt: Mijnheer de Voorzitter, Deze verhoging der subsidie met 1.000,tot 5.000,komt mij alleszins aannemelijk voor. Het moet mij echter van het hart dat de meeste muziekvereni gingen, bij de Federatie aangesloten, wel een beroep doen op de gemeenschap, maai' als de gemeenschap een beroep op hen doet, niet thuis geven. Bij de j.l. gehouden collecte van het plaatselijk Anjerfonds heb ik persoonlijk enkele malen op de voorzitter dezer federatie een beroep gedaan, mooie toezeggingen ontvangen, maar van enige medewerking was geen sprake. Terwijl anderzijds enkele muziek verenigingen wel financiële steun van het Anjerfonds hebben gekre gen. Het lijkt mij Mhr. de Voorzitter dat het goed is dit maar eens in het openbaar vast te stellen. De huidige wijze van waarderen der concerten lijkt mij niet juist. Ben ik goed ingelicht, dan zijn de laatste vier jaren geen concoursen meer gehouden en is het bedrag dat toentertijd is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 312