7 DECEMBER 1954
315
In sommige gemeenten en zelfs in zeer grote gemeenten worden
de debatten naar aanleiding van de begroting misbruikt om een
uitlaat te vinden voor de onvriendelijke gevoelens van de Raads
leden tegenover elkaar, die ze een heel jaar lang hebben opgekropt.
Het „gemeentelijk beleid en breder aspect" moet dan geheel
wijken voor deze persoonlijke uitingen.
Intussen is het niet gemakkelijk om het beleid van een gemeente
als Breda aan een zakelijke beschouwing te onderwerpen.
Dergelijke beschouwingen worden nog bemoeilijkt door de vrij
korte tijd van voorbereiding na het verschijnen van het Antwoord
op het Centraal Rapport, en door het grote aantal der soms ver
uiteenliggende problemen, welke een grote mate van ervaring
eisen voor de behandeling ervan.
In de toelichting op de begroting staat op pagina 2 het volgende:
„De voornaamste investeringen waarvoor Uw Raad credieten
zullen worden gevraagd, betreffen de bouw van nieuwe scholen,
aanleg van straten, riolering, straatverlichting, de bouw van brug
gen, stichting van een nieuwe politiekazerne en vernieuwing of
vergroting van het gebouw van de geneeskundige dienst, de bouw
van gymnastieklokalen, de aanleg van sportvelden, de verdere
realisering van de z.g. K.M.A.-contracten en de aanleg van
industrie-terreinen."
In deze zin wordt aangegeven datgene wat bepalend is geweest
voor het gemeentelijk beleid in het afgelopen jaar en er ligt in
opgesloten, datgene wat kenmerkend is voor Breda: de gemeente
lijke voorzieningen zijn niet meer voldoende na de snelle groei der
stad en op alle gebieden moet geinvesteerd worden om deze voor
zieningen aan te passen aan de grootte der stad.
Het gebruik wil, dat bij de algemene beschouwingen aandacht
aan het verleden wordt besteed. Bij dit gebruik sluit ik mij aan,
zonder van mening te zijn, dat de algemene beschouwingen een zo
aaneengesloten rij van feiten moeten geven, dat de geschiedenis
van Breda uit de algemene beschouwingen, moet zijn te halen.
De groei van Breda maakt het nodig, dat de stad enige malen
ondersteboven wordt gezet voor aanleg of verbetering van
straten en rioleringen, dat herhaaldelijk het verkeer moest omge
legd worden ook buiten de drukste straten om. Ik herinner b.v.
aan de afsluiting van de Wilhelminasingel en later in verband met
de aansluiting van de nieuwe verkeersbrug op de Claudius Prinsen
laan, de binnensingel.
Behalve voor de dienst van openbare werken, bracht dit allerlei
problemen mee voor de politie. In het bijzonder was dit het geval
bij de verbetering der riolering in het westelijk gedeelte der Wil-
helminastraat.
De regeling van het verkeer op het kruispunt Wilhelminastraat
Wilhelminasingel, voornamelijk in de middaguren, als stromen
voertuigen en fietsers in ordelijke banen geleid moesten worden,
vergde veel van de politie, speciaal omdat zich daar een verkeers
situatie voordeed, die vrij ingewikkeld was.
Mijn indruk was, dat de verkeerspolitie goed is opgetreden en
dat het publiek ook gevoel had voor de moeilijkheden van de
politie, al viel van haar kant wel eens een hard woord om al te
grote haast te temperen of om degenen die al te weinig van
verkeerstekens af wisten op hun plichten te wijzen.
Een grote taak werd ook op de politie gelegd bij het organiseren
van een verkeer toen de renners van de Tour de France door Breda
kwamen.
De Raad had zich reeds in Februari met het subsidie voor deze