320 7 DECEMBER 1954 een commissie voor de industrialisatie, een commissie voor de financiën, een commissie voor de werkgelegenheid, een schoonheidscommissie. Indien al deze commissies er zouden komen, zou het aantal raadscommissies ongeveer op het dubbele komen. Dit zou een naar mijne mening te zware belasting vormen voor vele raadsleden. Ik weet, dat ik op dit punt van mening verschil met de fractievoorzitter van de P.v.d.A., maar niettemin handhaaf ik mijne mening. Ook vraag ik me af of degenen die b.v. een commissie voor de industrialisatie voorstaan, zich een duidelijk beeld hebben gevormd van de taak en de werkwijze van deze commissie. Zou deze com missie b.v. niet de taak van de bouwcommissie (aankopen van land geschikt voor industrie-terreinen) doorkruisen? Ook lijkt het mij niet de juiste weg om tot verwezenlijking van de overige commissies over te gaan. Een vraagstuk waar de K.V.P.-fractie zich nog over beraadt, is of er niet een reorganisatie van de taak der subsidiecommissie dient plaats te vinden. Tevoren is de taak der politie reeds ter sprake gekomen. Wat zijn politie-taak betreft, lijkt de burgemeester op het midden tus sen twee groepen touwtrekkende raadsleden. De ene groep wil hem de kant uittrekken van grotere strengheid en de andere wil hem trekken in de richting van gematigdheid. Met erkenning van de waarheid der passage in het antwoord van Burgemeester en Wethouders dat „met een slappe houding de verkeersveiligheid niet wordt gediend", zou ik toch willen opmer ken, dat me grote gestrengheid over de gehele lijn niet wenselijk lijkt. De politie heeft de goede gewoonte met begrip en welwillendheid tegenover de fouten van vreemdelingen op te treden en ik zou gaarne zien, dat ze deze goede gewoonte blijft handhaven. Ook lijkt me, dat de politie een opvoedende taak heeft en bij opvoeding kunnen zowel door gestrengheid als welwillendheid goede resultaten bereikt worden. Ik wijs op het waarschuwingssysteem, dat de Haagse politie eens heeft ingevoerd bij verkeersovertreding. Het is niet de bedoe ling dit ter navolging aan te bevelen, maar dient als voorbeeld van welwillendheid. De politie blijkt oog te hebben voor haar opvoedende taak. Naar ik vernomen heb is in het personeelsblad hier aandacht aan ge schonken. Het zou misschien de moeite waard zijn om de raads leden te laten kennis nemen van deze ideeën, door dit blad ter visie te leggen. In de vette jaren van vrede en welvaart moet helaas rekening worden gehouden met de magere jaren van oorlog en rampen. Daar ook open steden tegenwoordig niet beveiligd zijn tegen het oorlogsgeweld, is in ons land een grote organisatie opgebouwd tot bescherming van de burgerbevolking. Deze organisatie is zodanig, dat de plaatselijke opbouw van het instituut in handen is van de Gemeente, maar dat de kosten door het Rijk worden betaald. Het is iets nieuws en derhalve moest de opbouw van de grond af beginnen; een begin is gemaakt in 1951. Met het uitkiezen van het nodige kader is vrij veel tijd heen gegaan, zodat eerst in half Februari van dit jaar een aanvang is gemaakt met het werven van vrijwilligers voor de blokploegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 320