7 DECEMBER 1954 327 L (;e De woningnood is dus thans weer, daar zijn we het over eens, g-en volksvijand no. 1. De bestrijding daarvan is onze gemcenschappe- en lijke taak en daarom betreur ik het. dat er niet alleen in deze raad, lat, maar in ons gehele land, verschil van inzicht bestaat omtrent de rng wijze van bestrijding, n.l. in die zin of daarbij de particuliere wo- ie)-s ningbouw al dan niet voorrang moet hebben boven woningwetbouw hkt door gemeente en bouwverenigingen. na_ Wanneer we uit de gegevens ons verstrekt op blz. 19 v. d. M. v. van A. zien dat er nog altijd 2542 woningzoekenden staan ingeschreven, het dat van die 2542, slechts 222 een huur van 10,per week en ngX] meer kunnen betalen en dat in 1942 gevallen de gezinssamenstel- telli ling van de woningzoekenden 2, 3 en 4 personen is, dan valt daaruit geen andere conclusie te trekken, onverschillig tot welke politieke van richting men behoort, dan dat er grote behoefte is aan woning- en wetbouw, omdat de bouwondernemer er niet aan denkt om huizen (je te bouwen met een huur van 10,per week en minder en dat kan in de tweede plaats grote behoefte is aan woningen voor kleine (je gezinnen. thel Wanneer ik dan verder nota neem van het antwoord op de vra gen 1 tot en met 7 en daaruit zie dat gemeente en bouwverenigin- -Hgt gen samen 880 woningen bouwden en in aanbouw hebben en dat aacj dit aantal voor de particuliere bouwers 686 bedraagt, dan ben ik ep. er helemaal niet gerust op dat de oplossing van het woningpro- 3ta_ bleem in de goede richting gaat, te meer niet omdat wat de aan- rger vragen voor bouwen van woningen betreft, deze getallen 340 en het 269 zijn, en dus in dezelfde verhouding liggen als de zoeven ge- een noemde aantallen. Er zal bij de hoofdstuksgewijze behandeling ing ongetwijfeld over dit onderwerp nader van gedachten worden ge- het wisseld, maar ik wil nu alvast B. en W. met de meeste aandrang rgn. verzoeken om zich toch vooral niet in slaap te laten sussen door 'aat het feit dat er tot dusverre zoveel animo van particuliere bouwers jn is, maar waakzaam en werkzaam te blijven dat de woningvoor- [len ziening planmatig geschiedt, m.a.w. dat wanneer te eniger tijd het totale aantal woningen voldoende zal zijn, ook de indeling in lei(j grote en kleine, in goedkope en duurdere woningen, zo zal zijn dat en de gehele bevolking behoorlijk gehuisvest is en dat niet een groot als aantal samenwoningen blijft bestendigd, omdat er geen goedkope woningen zijn en daartegenover een aantal dure woningen leeg hoe komt te staan. lujs Wat overigens de dienst voor sociale zaken betreft, op grond van de ervaring in het bestuur van de burgerlijke instelling voor he- maatschappelijke zorg, meen ik te mogen zeggen dat in het alge- ter meen de hulpverlening aan hen, die deze niet kunnen ontberen, op te een behoorlijke wijze is geregeld en dat met name de burgerlijke ast instelling en het haar ten dienste staande apparaat van de dienst So_ voor sociale zaken, zich geleidelijk vertrouwd heeft gemaakt met V. de moderne begrippen van armenzorg. De in de jaren na de oorlog hs- door de centrale overheid getroffen sociale voorzieningen zijn van (jer die omvang en betekenis dat het aantal gevallen waarmede de eer burgerlijke, kerkelijke en particuliere liefdadigheid bemoeienis sel hebben, sterk is terug gelopen, al bewegen de totale uitgaven van r jg de burgerlijke instelling zich nog steeds in stijgende lijn. zo In het Centraal Rapport is de wenselijkheid bepleit van de in- het stelling van een sociale raad en wanneer deze voldoende en deskun- ent dig wordt samengesteld, geloof ik dat inderdaad een dergelijke l0S_ raad nuttig en coördinerend werk zou kunnen doen. Wanneer B. zen en W. te dezer zake de totstandkoming van een nieuwe Armenwet ns- willen afwachten, dan voorspel ik dat er in de eerste jaren weinig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 327