336 7 DECEMBER 1954 PKINCENHAGE voor waterverbruik 52,per jaar moet betalen (aangeslagen volgens de huurwaarde), 118 M:! water mag gebrui ken, doch slechts 65 M3 afneemt en dus 0,80 per Ma betaalt. Ver der commentaar is overbodig. In Hoofdstuk III somt U op het aantal processen-verbaal, dat is opgemaakt, omtrent allerlei verkeersovertredingen. Hierbij tref ik er geen aan naar aanleiding van het zo juist door mij gewraakte parkeren op trottoirs door auto's, tenzij deze ondergebracht zijn onder het punt: ,,de veiligheid van het verkeer in gevaar brengen". U houdt het mij echter ten goede, dat ik er aan twijfel. Op blz. 12 zegt U o.m., dat de toename van het aantal verkeers ongevallen o.a. voor een groot gedeelte het gevolg is van de toe name van de verkeersintensiteit. Natuurlijk is dit waar, hoe kan het ook anders. Maar op de Haagweg schrijf ik het toe aan de gladheid van het met slakkeien bestrate gedeelte. Nu weet ik wel, dat dit deel van de weg in onderhoud is bij de Rijkswaterstaat, doch ik zou er bij U op willen aandringen met deze instantie in overleg te willen treden, opdat aan de onhoudbare situatie aldaar een einde komt. Er zijn, door verkeersongevallen, ontstaan door gladheid van deze weg, al te veel mensen ten offer gevallen. Dat het verkeersonderwijs actief ter hand wordt genomen, is zeer toe te juichen en zal, naar wij hopen, spoedig gunstige resul taten te zien geven. Het antwoord op blz. 14 onder No. 112 G. is maar vaag. Liever had ik gezien, wie dan die 14 personen zijn boven de rang van Brigadier die 312,per jaar kledingtoelage krijgen. Er zijn 2 hoofdinspecteurs, 5 inspecteurs en 6 adjudanten, samen 13; wie is dan de 14e? of komen de hoofd- en inspecteurs mogelijk niet in aanmerking. Mocht echter zulks het geval zijn, dan kan ik er hele maal niet meer uit. M. d. V. Hiermede ben ik aan het einde van mijn betoog. Wij willen nog gaarne onze dank uitspreken voor de prettige wijze waarop wij met andere raadsfracties samenwerken. Er is dan wel eens verschil van mening, doch was dit er niet, dan was de aardigheid er gauw af. Wij spreken de hoop uit, dat ook in 1955 de samenwerking met Uw college, de andere raadsfracties en het gemeentepersoneel van aangename aard mag zijn, opdat met Gods zegen wij allen onze werkzaamheden mogen doen tot GODS eer en tot heil van de gemeente Breda. Dank U. De heer TOXOPEUS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, De behandeling van de begroting is ieder jaar wel weer een hoogtepunt in de rij van raadsvergaderingen. Niet, omdat er dan zo veel belangrijke besluiten vallen, al is het besluit om de begro ting goed te keuren op zichzelf natuurlijk noodzakelijk voor het functionneren van het gemeentelijk apparaat, maar wel, omdat de gelegenheid bestaat een veelheid van onderwerpen aan nadere be schouwingen te onderwerpen, omtrent die onderwerpen een mening te vormen en lijnen voor het toekomstig beleid te trekken. De Raad van Hoensbroek handelde niet alleen formeel onjuist, toen zij besloot de begroting zonder bespreking aan te nemen: juist bij deze debatten, die vrijwel nimmer een direct resultaat afwer pen, kristalliseren zich de zienswijzen en kan Uw College voor zijn beleid nuttige zaken te weten komen. Juist daarom mag men de algemene beschouwingen door de fractievoorzitters die dan toch altijd spreken namens hun fracties,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 336