7 DECEMBER 1954
337
niet gaan zien als een steekspel voor het plezier daarvan of als
een graag gegrepen kans om zichzelf te horen en te doen horen,
maar als een middel om te komen tot een homogeen heleid, gericht
op de toekomst en rekening houdende met het heden en de historie.
De Raad heeft toch, zeker nu de gemeentelijke zaken zo veel
vuldig en ingewikkeld geworden zijn, steeds weer de taak juist het
algemene beleid aan te geven, de grote lijnen te behandelen.
Een terugblik wil ik ternauwernood werpen. Ik zou slechts wil
len constateren dat deze Raad andermaal een jaar achter de rug
heeft waarin vele belangrijke besluiten werden genomen en vele
belangrijke zaken werden verricht. De samenwerking binnen de
Raad was, een enkel geval van wrijving daargelaten, goed. Met alle
verschillen in inzicht op verschillend terrein is er toch weer, als
steeds, de overtuiging dat alle raadsleden elkanders mening res
pecteren en oprecht werken voor het gemeentelijk belang.
Ook de verhouding met Uw College was goed. Nimmer zijn ons
inlichtingen onthouden als wij die vroegen. Wel heb ik de overtui
ging dat Uw College de Raad soms meer en vooral uitvoeriger zou
kunnen inlichten dan wel eens gebeurt.
Ik kan U, mijnheer de Voorzitter, uit ervaring verzekeren dat
een tekort aan argumentatie der prae-adviezen niet beperkend
werkt op de debatten, integendeel. Wel heb ik wensen met betrek
king tot de voorbereiding van de raadsvergaderingen. De raads
leden zijn vrijwel allen mensen die hun werk hebben. Het leven is
druk en gejaagd en het is dan ook niet mogelijk steeds de vele
besluiten van vroeger te onthouden of de gevolgen van een voor
stel juist te doorgronden. Meermalen is het gebeurd, dat een voor
stel werd aanvaard, niet met genoegen, maar met tegenzin, omdat
het logisch vastzat aan een oud besluit. „Hadden we dit kunnen
voorzien, dan..." is dan wel eens de verzuchting van diverse raads
leden. Het moet de gemeentelijke diensten mogelijk zijn bij een
dergelijk begin voorstel, waarbij een verder strekkend gevolg reeds
is doordacht, dit gevolg te vermelden.
Voorts is het nodig, dat de raadsstukken zo vroeg mogelijk wor
den toegezonden. Daaraan ontbreekt, U zelf ontkent dit niet, wel
eens iets. Ik begrijp de moeilijkheden wel, doch wil toch weer aan
dringen op een grotere termijn van voorbereiding.
Voor de arbeid van Uw College en van de gemeentelijke ambte
naren heb ik, met de andere raadsleden, alle lof.
En nu de begroting zelf:
Het Centraal Rapport vangt aan met de behandeling van de
taak der gemeente op het gebied van de werkgelegenheid, de indu
strialisatie.
Ik heb, op dit punt, de vraag ingediend of Uw College bereid
was, voorstellen te doen tot het instellen van een raadscommissie,
zoals ik die het vorige jaar heb voorgesteld. Uw College heeft ge
antwoord zo'n commissie niet nodig te vinden. Wat over dit onder
werp wel is opgenomen, sterkt mij in de mening dat een dergelijke
commissie nuttig, ja nodig is.
Het blijkt, dat de raad zowel als Uw college van oordeel is, dat
activiteit der gemeente nodig is op het gebied van het bedrijfs
leven: om nieuwe bedrijven aan te trekken en om oude te helpen.
Maar ook is gebleken dat niet ieder voorstel wordt aanvaard. De
kwestie rond de voorgestelde verhuur van grond aan de Shell Ne
derland is een voorbeeld daarvan. Al ging het daarbij niet om een
industrie, één ding bleek wel, dat er verschillende factoren in het
spel waren die bij industrievestiging ook een rol spelen.
Uit het Centraal Rapport blijkt, dat meerdere raadsleden zich