34 17 FEBRUARI 1954 7b. Afscheiding in de woonkamer-keuken van een gedeelte van complex 124 woningen nabij de Talmastraat. De heer MOL merkt op dat deze woningen heel erg goedkoop zijn uitgevoerd, speciaal het armzalige „keukenkastje". Hij betreurt het destijds te hebben medegewerkt aan de bouw van deze wonin gen. Hij hoopt, dat de noodzakelijke huurverhoging door de huur- nivellering kan worden weggewerkt. De heer VERMEULEN is het volkomen met de heer Mol eens. De gebruikswaarde van de huizen is niet in overeenstemming met de huur. De gemeente is door het onderhavige voorstel tegemoet ge komen aan de wensen van de bewoners. De destijds gemaakte fout wordt nu hersteld, doch de kosten worden verhaald op de bewoners. Spreker is van mening dat de gemeente deze kosten geheel voor haar rekening moet nemen. Hij geeft in overweging om de onder- houds-reserve aan te spreken om de kosten te dekken. De heer MINDERHOUD is het met de heer Vermeulen eens. Hij vindt het onbillijk dat de huurders de dupe worden van een fout die door de gemeente indertijd is gemaakt. Mejuffrouw KOPPELAAR en de heer SONDERMEIJER zijn het eveneens met vorige sprekers eens. Mevrouw VAN MIERLO vraagt of de fout inderdaad bij de gemeente ligt of dat volgens rijksvoorschrift zo moest worden gebouwd. De heer BRINKERHOF heeft met vreugde geconstateerd, dat de arbeiders-bewoners geen genoegen nemen met een woonkamer-keu ken. Het is inderdaad de schuld van de raad dat de huizen zo gebouwd zijn. Spreker heeft zich destijds tegen deze bouw van woningen verzet. De mensen zijn niet gediend met een woonkamer keuken. Mejuffrouw T' SAS vindt ook de woonkamer-keuken geen geluk kige combinatie. Laat deze combinatie in Amerika geslaagd heten, hier voldoet zij in generlei opzicht. Verder merkt spreekster op, dat in het prae-advies staat „Het maken van een afscheiding betekent een verbetering der woning..." Zij had liever gezien indien voor „verbetering" het woord „nood zakelijkheid" had gestaan. Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat er voor het aanbrengen van veranderingen in de woningen toestemming van het betrokken Ministerie nodig is, zodat huurverhoging noodzakelijk zal zijn. Er is op aangedrongen de verbouwing uit een of andere reserve te be kostigen. Volgens spreker moet er wel 7 van de totale jaarhuur gereserveerd worden voor onderhoud van de woningen, doch deze 7 zal niet toereikend zijn voor de onderhavige verbouwing. Spreker is bereid na te gaan of er middelen zijn te vinden die een huurverhoging kunnen voorkomen. Hij stelt echter voor om de ver bouwing thans toch door te laten gaan. Momenteel is men aan het werk de huurnivellering tot stand te brengen, doch dit brengt grote moeilijkheden met zich mee, omdat de ene huur omlaag, de andere omhoog zal gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 34