8 DECEMBER 1954 353 nog wel eens met de directeur van het W.N.B. bespreken. Rest nog de vraag van de heer Quaedvlieg inzake de classificatie en hoever men hiermede is gevorderd. Ten aanzien hiervan kan ik U momenteel moeilijk in het openbaar mededelingen doen. Indien de Raad er zich mede kan verenigen ben ik bereid om de fractievoorzitters terzake vertrouwelijke inlichtingen te verstrekken. Wethouder STUBENROUCH zegt, met betrekking tot de culturele plannen, dat getracht moet worden om tot een, geleidelijke en verant woorde uitvoering ervan te komen. Hiervoor is niet alleen de mede werking van de Raad nodig doch ook die van de bevolking, hetgeen spreker gaarne in het openbaar wil zeggen. Zou er enig verschil van inzicht zijn tussen inwoners en het gemeentebestuur dan zou dit vooral in de culturele sector kunnen zijn. Het gemeentebestuur neemt be paalde initiatieven die de bevolking zelf zal kunnen ontplooien. Dit neemt echter niet weg dat bepaalde ideeën, die onder de bevolking leven, niet overgenomen zouden worden. Uiteindelijk moet toch de bevolking inhoud geven aan het culturele leven van de stad. Met be trekking tot de opmerking inzake het onderzoek door het Mgr. Hoog veldinstituut zegt spreker dat het de bedoeling is om door dit onder zoek de juiste maatregelen voor de jeugd te kunnen treffen. Hij dankt de Bredase instanties, die met het Hoogveld-instituut samen werken. Hij hoopt dat deze samenwerking zal resulteren in een intense bele ving van de plannen rond de jeugd en zegt toe dat een jeugdvacantie- plan door B. en W. zal worden gestimuleerd. Ten aanzien van de sport zegt spreker kort te kunnen zijn. Het is de Raad bekend wat binnen niet al te lange tijd op dit gebied is te verwachten. De heer Toxopeus heeft de sport in het verkeer betrokken. Inderdaad zal het verkeers- centrum niet alleen door de schooljeugd worden gebruikt. Door ver schillende cursussen zullen personen die van de weg gebruik maken, zoals voetgangers, wielrijders en automobilisten van het verkeers- centrum kunnen profiteren. Door het geven van verkeersonderricht kan een eerste stap gedaan worden in de verkeersopvoeding van het Bredase publiek. Volgens spreker zullen in Breda verkeersmannetjes en -vrouwtjes niet nodig zijn. De verkeersopvoeding zal zeer zeker voldoende waarborgen die nen. Hij wil ten aanzien van het verkeer in de stad bet politiecorps gaarne alle lof toezwaaien. Inzake de expositieruimte in het Oudemannenhuis deelt hij mede dat voor het gebouw reeds een nieuwe naam is gesuggereerd. Om van het gebouw een cultureel centrum te kunnen maken, zal voor het onderzoek naar de noodzakelijke verbouwingen gebruik moeten wor den gemaakt van het enige jaren geleden door Gedeputeerde Staten goedgekeurde crediet. Schilderijententoonstellingen zullen er eerst kun nen komen als de ruimten in orde zijn gebracht. Is er eenmaal een cultureel centrum dan kan van daaruit de bevolking meer worden gestimuleerd op cultureel gebied. Voor het aanbrengen van werken van beeldende kunstenaars in de plantsoenen zal naar zijn mening de l°/o regeling niet voldoende zijn. Deze aangelegenheid heeft de nodige aandacht van het college van B. en W. Op dit gebied moet men echter niet een te grote voortvarendheid aan de dag leggen; enige rust is hier noodzakelijk. De opmerking van de heer Jongbloed hem nog een jaar de tijd te geven om alles te doen uitvoeren, vindt hij erg prettig. Ten aanzien van de culturele werkgemeenschap en de sportstichting kan spreker mededelen dat hij opdracht verstrekt heeft tot bet samen stellen van een rapport over de werkzaamheden van het afgelopen jaar. In allerlei steden en dorpen worden de laatste tijd plannen op-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 353