8 DECEMBER 1954 363 ook verzetten tegen deze vorm van verzekering. Daarom geef ik in overweging dit voorstel terug te nemen en met een ander terug te ko- me dat meer kans van slagen heeft. De VOORZITTER zegt niet beter te kunnen antwoorden dan met te verwijzen naar de inhoud van het voorstel. De leden van het gemeen tebestuur worden niet individueel verzekerd; de gemeente als zodanig verzekert zich. De gemeente kan dan zelf bepalen hoe zij zal uitkeren. Aan de verzekering zelf ontlenen de leden van het gemeentebestuur derhalve rechtstreeks geen enkel recht. Alle gemeentebesturen gaan thans deze gevonden modus gebruiken. Wegens de vele reizen, die de leden van het gemeentebestuur moeten maken, is deze aangelegenheid urgent geworden. Indien er geen verzekering wordt gesloten is het risico voor de gemeente erg hoog. De heer Minderhoud heeft wel gelijk als hij van oordeel is dat met deze oplossing tussen de mazen van de wet is geglipt. Het gebeurt volgens spreker wel op een oirbare wijze. De heer TOXOPEUS is het met het voorstel eens. Vermoedelijk is destijds niet voorzien dat de gemeentebesturen veel zouden moeten reizen. Wat de gemeente thans doet is moreel volkomen geoorloofd. De heer SONDERMEIJER kan met het voorstel meegaan. Hij vraagt of er een ongevallenverzekering is voor de gemeenteraadsleden, gezien het ongeval dat een fractiegenoot van hem deze week heeft gehad wegens de slechte buitenverlichting van het stadhuis. De VOORZITTER merkt op, dat deze aangelegenheid met betrokkene is geregeld. De heer VERMEULEN vraagt of deze verzekering alleen de morele aansprakelijkheid beoogt of ook de wettelijke. De VOORZITTER deelt mede dat het alleen de morele aansprakelijk heid betreft. De heer MINDERHOUD zegt niets tegen het voorstel te hebben. Hij heeft met zijn betoog alleen bedoeld een verzekering te sluiten zoals de gemeente Hoofdplaat heeft gedaan. De VOORZITTER merkt op dat het onderhavige1 voorstel een verdere uitbloei is van het Hoofdplaatse systeem. De heer TOXOPEUS merkt op dat ook in het geval dat de schuld bij een tegenpartij ligt, waar geen verhaal mogelijk is, de gemeente mora- liter verplicht is tot uitkering. De heer QUAEDVLIEG gelooft niet dat er een juridische verplichting bestaat. Hij meent dat het Ministerie destijds niet uit juridische over wegingen een uitkering van 100.000,heeft gedaan doch alleen uit morele verplichting. De heer VAN BIJNEN kan zich geheel met het voorstel verenigen./' De heer JONGBLOED zegt dat autobezitters de plaats naast de be stuurder kunnen verzekeren. Heeft men een auto-ongeval zonder eigen schuld dan wordt een uitkering gegeven. De premie hiervoor is erg laag. Hij vraagt zich af of dit geen goedkopere oplossing is. Hij gaat overigens wel met het voorstel accoord. Spreker merkt nog op dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 363